Uitspraak
Overwegingen:
Beslissing
[naam terbeschikkinggestelde].
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag van 8 december 2020, die de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde voor de duur van twee jaren had verlengd. De terbeschikkinggestelde, geboren in 1974 op de Nederlandse Antillen, verblijft in een Forensisch Psychiatrische Kliniek. Het hof heeft vastgesteld dat de tweemaandentermijn, zoals voorgeschreven in artikel 6:6:13, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet is overschreden. De vordering van het openbaar ministerie was op 1 oktober 2020 ingekomen en het onderzoek ter terechtzitting vond plaats op 24 november 2020. Dit betekent dat de procedure tijdig is verlopen, in tegenstelling tot de eerdere regelgeving die ook een termijn voor de beslissing zelf voorschreef.
Tijdens de zitting op 6 mei 2021 heeft de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door haar raadsman, gepleit voor een verlenging van de maatregel met één jaar in plaats van twee, omdat dit haar zou motiveren. De advocaat-generaal heeft echter geconcludeerd tot bevestiging van de beslissing van de rechtbank, waarbij het behandel- en resocialisatietraject van de terbeschikkinggestelde geleidelijk dient te verlopen.
Het hof heeft geoordeeld dat de rechtbank op juiste gronden heeft beslist en heeft de beslissing van de rechtbank bevestigd, met verbetering van gronden. Het hof heeft geen aanleiding gezien om af te wijken van het uitgangspunt dat een langere verlenging gerechtvaardigd is wanneer de behandeling meer tijd in beslag zal nemen. De beslissing is openbaar uitgesproken op 20 mei 2021.