Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
Artikel 4
op de uitkeringsdatum beoogde pensioenen(omschreven in artikel 4) te verkrijgen, volgt bovendien dat het gaat om een kapitaalverzekering met pensioenclausule, waarbij er bij de vaststelling van de hoogte van het te verzekeren kapitaal naar wordt gestreefd dat met het verzekerde kapitaal in de toekomst een ouderdomspensioen kan worden aangekocht op basis van het eindloon.
aanzienlijke kans” is dat er voor haar werknemer(s) te weinig kapitaal is verzekerd om het gewenste ouderdomspensioen aan te kopen en op de mogelijkheid van aanpassing van de pensioenregeling aan de actuele marktrente. Maar zelfs als KHN er niet op zou zijn gewezen, doet dat aan haar financieringsverplichting als zodanig niet af. Ook uit het tot 1 januari 2007 geldende artikel 9a van de Regelen PSW vloeit de verplichting tot jaarlijkse affinanciering van een streefregeling als de onderhavige voort. Thans bepaalt artikel 17 Pensioenwet dat de verwerving van pensioenaanspraken in het kader van een uitkeringsovereenkomst of kapitaalovereenkomst gedurende de deelneming ten minste evenredig in de tijd plaatsvindt. Daarom is het naar het oordeel van het hof ook niet van belang om welke reden er destijds geen aanpassing heeft plaatsgevonden.
De belangrijkste wijziging betreft het gewijzigde opbouwpercentage ouderdomspensioen (OP) van 2.33% naar 2% (fiscaal maximum voor eindloonregelingen).” [appellant] heeft de pensioenbrief 2004 voor akkoord ondertekend. In die pensioenbrief staat, behalve de in de aanbiedingsbrief genoemde wijziging van het opbouwpercentage, in het artikel over de uitvoering (artikel 8, maar ongeveer gelijkluidend aan artikel 6 pensioenbrief 1995) een clausule over een vast rentepercentage:
Bij de berekening van de grootte van de kapitaalverzekering is uitgegaan van een prognose van de op de uitkeringsdatum geldende koopsomtarieven voor dadelijk ingaande pensioenen.