Uitspraak
[appellante],
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De vorderingen in hoger beroep
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
grieven 4 en 5 in het principaal hoger beroepgezamenlijk behandelen nu zij zich daarvoor lenen.
het incidenteel hoger beroepeen voorwaardelijke grief ingediend voor het geval het hof oordeelt dat de woning nogmaals moet worden getaxeerd. Omdat deze voorwaarde niet is vervuld behoeft de grief geen behandeling meer.
grief 1 in het incidenteel hoger beroepkomt [geïntimeerde] op tegen de beslissing van de rechtbank dat de proceskosten moeten worden gecompenseerd op een wijze dat partijen ieder de eigen kosten draagt. Hij vindt dat [appellante] in de proceskosten moet worden veroordeeld, omdat zij misbruik van procesrecht maakt.
6.De slotsom
7.De beslissing
- [appellante] onder 3.3. van dat vonnis is veroordeeld tot betaling aan [geïntimeerde] van een vergoeding van € 6.562,12 betreffende de inbreng van privévermogen door [geïntimeerde] terzake van de gemeenschappelijke woning, en
- [appellante] onder 3.4. is veroordeeld tot betaling aan [geïntimeerde] van haar deel van de eigenaarslasten van de woning over de periode tot en met juni 2017 van € 15.656,14 te vermeerderen met de helft van de eigenaarslasten van de woning vanaf juni 2017 tot de dag dat de woning aan [geïntimeerde] wordt geleverd onder de voorwaarde dat [geïntimeerde] die lasten volledig zal blijven voldoen tot het moment dat de woning aan hem wordt geleverd.