Uitspraak
bij de rechtbank: eiser in conventie en verweerder in reconventie,
[appellant],
Dexia,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling van de grieven en de vordering
1) het leveren van tegenbewijs tegen het vermoeden dat zijn echtgenote vóór 13 maart 2000 bekend was met het bestaan van de (effectenlease)overeenkomsten:
2) het leveren van bewijs van feiten en omstandigheden die de conclusie rechtvaardigen dat Spaar Select [appellant] heeft geadviseerd omtrent het aangaan van de overeenkomsten met Dexia en het verhogen van zijn hypotheek.
27 april 2000. Daaruit kan dus niet worden afgeleid dat de echtgenote van [appellant] al voor 13 maart 2000 bekend was met het bestaan van de effectenleaseovereenkomsten.
Uit die stukken blijkt verder dat [appellant] en zijn echtgenote opdracht hebben gegeven tot taxatie van hun woning ten behoeve van het verkrijgen van financiering. Die opdracht is verstrekt op 20 maart 2000, zodat ook daaruit niet volgt dat de echtgenote al voor
Ik dacht wel dat dhr. en mevr. [appellant] allebei het gehele gesprek hebben bijgewoond.”maar uit zijn hele verklaring blijkt dat hij na al die jaren nauwelijks enige concrete herinnering aan het gesprek heeft. Zo verklaart hij onder meer:
‘In dit verhaal ben ik de financieel adviseur. De familie [appellant] waren destijds vrienden van mij. Ik weet niet meer precies hoe de afspraak tot stand is gekomen. Ik vermoed dat dat via het callcenter is gedaan. Maar ik weet niet van wie het initiatief is uitgegaan, van mij, van het callcenter of van
‘Op een verjaardagsfeestje sprak ik een kennis, de heer [B] , die werkte bij Spaar Select. Hij zat vroeger bij mij op school en ik had contact met een broer van hem. Op dat verjaardagsfeestje bij een vriend vertelde hij dat hij bij Spaar Select werkte. Hij zei dat de producten waarin hij handelde misschien ook wel wat voor mij en de andere gasten was. Mijn vrouw was ook op dat verjaardagsfeestje, maar stond niet vlakbij, dus ik weet niet of zij iets van dat gesprek heeft meegekregen. Ik heb daar toen niet met haar over gesproken. [B] nam vervolgens het initiatief om een afspraak met mij te maken en heeft mij thuis bezocht. Mijn vrouw was ook thuis en bij het begin van het gesprek aanwezig, maar zij heeft het verder aan mij overgelaten. Wij hadden twee kleine kinderen van toen 1 en 2 jaar oud.’En mevrouw [appellant] :
‘Op een avond is er een kameraad van mijn man, die werkte bij Spaar Select, bij ons op bezoek geweest. Ik vond het geen officieel gesprek waar ik bij moest zijn en bovendien had ik ’s avonds met twee jonge kinderen wel iets anders omhanden. Het was ook niet echt een afspraak, volgens mij kwam hij spontaan langs.’
De vordering onder v memorie van grieven komt niet voor toewijzing in aanmerking.
3.De slotsom
€ 117,-
€ 313,-