In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 april 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de buitengerechtelijke vernietiging van een arbeidsovereenkomst. De zaak betreft een werkgever, een besloten vennootschap, die de arbeidsovereenkomst met de werknemer heeft vernietigd wegens bedrog. De werknemer had onjuiste informatie verstrekt over zijn werkervaring en opleidingen bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst. De werkgever heeft de werknemer vervolgens verzocht om terugbetaling van het netto loon dat aan hem was betaald, omdat de arbeidsovereenkomst op grond van bedrog nietig was verklaard. Het hof oordeelde dat de werkgever zich terecht kon beroepen op de vernietiging van de arbeidsovereenkomst en dat de werknemer het ontvangen loon moest terugbetalen. De uitspraak volgt op een eerdere beslissing van de Hoge Raad, die had geoordeeld dat bedrog aanwezig was en dat de werkgever zich kon beroepen op de vernietiging van de arbeidsovereenkomst. Het hof heeft de eerdere beslissing van de rechtbank vernietigd en de werknemer veroordeeld tot terugbetaling van € 16.819,98 aan de werkgever, evenals de proceskosten van het hoger beroep. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad.