Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
- het proces-verbaal van de op 17 april 2019 gehouden comparitie van partijen;
- de memorie van grieven tevens akte met vordering ex artikel 843a Rv en vermeerdering van eis, met producties;
- de aanvullende memorie van grieven tevens akte en vermeerdering van eis in reconventie;
- de memorie van antwoord tevens houdende akte uitlating vermeerdering van eis en antwoordakte in het incident ex artikel 843a Rv;
- producties F, G en H van de zijde van [appellante] , toegezonden bij H-formulier van 11 februari 2021;
- de door mr. De Bruin namens [appellante] en mr. Vink namens Eurofintus gehanteerde pleitaantekeningen van 25 februari 2021;
- het proces-verbaal van de op 25 februari 2021 gehouden pleidooien.
2.De vaststaande feiten
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
een normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde consument(hierna: de gemiddelde consument), op grond van duidelijke en begrijpelijke criteria, de economische gevolgen die er voor hem uit voortvloeien kan voorzien. Deze economische gevolgen moeten met aandacht voor de wisselwerking met andere bedingen worden weergegeven.
meeweegtin het oneerlijkheidsoordeel. Hiermee strookt dat, zoals het HvJEU heeft overwogen, de enkele intransparantie van het beding
kanleiden tot het oordeel dat het beding oneerlijk is. [6] Het gewicht dat bij de beoordeling van de oneerlijkheid aan een bepaalde omstandigheid toekomt, hangt af van de omstandigheden van het geval.