Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Kern van de zaak en de beslissing
Kort voor de zitting in hoger beroep is [appellant] ook eigenaar geworden van het perceel dat Picnic huurt en is hij dus Picnics verhuurder. Partijen hebben een geschil over het gebruik van de inrit door de vrachtwagens die Picnic bevoorraden en die vanwege de beperkte breedte van de inrit maar met moeite de ingang van het bedrijfspand van Picnic in kunnen draaien. [appellant] huurders aan de overzijde ervaren overlast en [appellant] heeft de ingang van Picnic een keer geblokkeerd.
2.Het procesverloop
3.De vaststaande feiten
i) de inritten worden enkel aangewend om te komen van de [adres] naar de bedrijfsverzamelcomplexen;
Gebruik van de noodweg
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
(i) [appellant] te veroordelen tot het per direct (maar uiterlijk binnen 1 uur na het wijzen van vonnis) opheffen van de blokkade van de weg en het pand gelegen aan de [adres] 21 te [plaats] ;
(ii) [appellant] te veroordelen de blokkade van de weg en het pand gelegen aan de [adres] 21 te [plaats] opgeheven te houden (het hof leest:) en niet op enigerlei wijze, waaronder ook begrepen door één van zijn huurders, het gebruik van voornoemde weg en pand te belemmeren, waarbij onder gebruik moet worden verstaan het gebruik van voornoemde weg en pand door Picnic, groepsmaatschappijen van Picnic en leveranciers, klanten en contractspartijen van Picnic; en
(iii) aan de verzochte voorzieningen sub (i) en (ii) een dwangsom te verbinden van € 40.000 per dag, een gedeelte van de dag hieronder begrepen, dat gedaagde hiermee in gebreke blijft met een maximum van € 500.000, althans door de voorzieningenrechter juist geachte bedragen;
met veroordeling van [appellant] in de kosten.
(in 3.1) [appellant] veroordeeld tot het per direct (maar uiterlijk vanaf 14:30 uur) doen opheffen van de blokkade van de weg en het pand gelegen aan de [adres] 21 te [plaats] ;
(in 3.2) [appellant] veroordeeld de blokkade van de weg en het pand gelegen aan de [adres] 21 te [plaats] opgeheven te houden, noch op enigerlei andere wijze, waaronder nadrukkelijk ook begrepen door één van zijn huurders, het gebruik (en dit gebruik te gehengen en gedogen) van voornoemde weg en pand, waarbij onder gebruik moet worden verstaan het gebruik van voornoemde weg en pand door Picnic, groepsmaatschappijen van Picnic en leveranciers, klanten en contractspartijen van Picnic en haar groepsmaatschappijen, door Picnic op enigerlei wijze te (doen) belemmeren, waaronder ook nadrukkelijk begrepen door andere (contracts)partijen; en
(in 3.3) bepaald dat [appellant] aan Picnic een dwangsom verbeurt van € 20.000 per dag, een gedeelte van de dag hieronder begrepen, dat hij met de veroordelingen onder 3.1 en 3.2 in gebreke blijft met een maximum van € 400.000.
De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van [appellant] in reconventie afgewezen en [appellant] veroordeeld in de kosten in conventie en reconventie.
5.Het geschil in hoger beroep
primair
(i) Picnic te veroordelen om met onmiddellijke ingang een einde te maken aan de situatie, waarin de inrit op [appellant] perceel c.q. de noodweg door door Picnic ingeschakelde vrachtwagens en vrachtwagencombinaties wordt geblokkeerd;
(ii) Picnic te veroordelen de blokkade van de inrit op het perceel c.q. de noodweg opgeheven te houden noch op enigerlei andere wijze het gebruik ervan voor huurders, gebruikers en bezoekers van het bedrijfsverzamelcomplex op het perceel op enigerlei wijze te (doen) belemmeren, waaronder ook nadrukkelijk begrepen door andere aan Picnic verbonden (contracts)partijen; en
(iii) aan de verzochte veroordelingen sub (i) en (ii) een dwangsom te verbinden van € 40.000 per dag en een gedeelte van de dag hieronder begrepen, dat Picnic hiermee in gebreke blijft;
en subsidiair
(i) Picnic met onmiddellijke ingang te verbieden om met vrachtwagens langer dan tien meter gebruik te maken van de inrit op het perceel c.q. de noodweg, zulks op straffe van een dwangsom van € 50.000 per overtreding;
(ii) Picnic te veroordelen tot strikte naleving van de in het arrest van het hof Arnhem-Leeuwarden van 19 maart 2019 geformuleerde voorwaarden, zulks op straffe van een dwangsom van € 40.000 per overtreding van die voorwaarden door Picnic, leveranciers van Picnic, klanten en contractspartijen van Picnic en groepsmaatschappijen van Picnic;
met veroordeling van Picnic in de kosten in eerste aanleg en hoger beroep.