ECLI:NL:GHARL:2021:10672
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Sekeris
- J. Pranger
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) en verzoek om heroverweging van een beslissing
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag, waarbij de betrokkene een sanctie van € 230,- opgelegd kreeg. De betrokkene had administratief beroep aangetekend bij de officier van justitie, die dit beroep ongegrond verklaarde. Vervolgens heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter, waarbij hij ook een verzoek om vaststelling van een dwangsom indiende. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond, maar erkende dat de redelijke termijn van berechting was overschreden. De betrokkene stelde dat zijn beroepschrift tevens een verzoek om heroverweging inhield, maar het hof oordeelde dat dit verzoek niet als een aanvraag in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kon worden beschouwd. Het hof bevestigde de beslissing van de kantonrechter dat het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond was, maar vernietigde de beslissing van de kantonrechter voor zover deze niet had beslist op het beroep van de betrokkene tegen de fictieve weigering van de officier van justitie om te beslissen op het verzoek tot heroverweging. Het hof verklaarde de rechtbank onbevoegd om van het beroep en het verzoek tot vaststelling van een dwangsom kennis te nemen, en wees het verzoek om proceskostenvergoeding af.