Uitspraak
[appellant],
de gemeente,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een kort geding dat is aangespannen door [appellant] tegen de Gemeente Deventer. De appellant, die een bijstandsuitkering ontving op basis van de Participatiewet, werd geconfronteerd met een dwangbevel van de gemeente voor de terugvordering van een ten onrechte uitgekeerde bijstandsuitkering. De gemeente had een executieverkoop van de woonwagen van de appellant aangekondigd, wat leidde tot de rechtszaak. Het hof oordeelt dat de gemeente misbruik van recht heeft gemaakt door de executieverkoop uit te voeren, niet om de terugvordering te effectueren, maar om kosten te besparen op de ontruiming van de woonwagen. Het hof stelt vast dat de appellant geen spoedeisend belang meer heeft bij de schorsing van de executie, maar dat hij wel recht heeft op toetsing van het dwangbevel en de proceskostenveroordeling. Het hof vernietigt de eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter en veroordeelt de gemeente in de proceskosten van de appellant. De vordering tot betaling van een voorschot op schadevergoeding wordt afgewezen, omdat het hof niet aannemelijk acht dat de bodemrechter deze vordering zou toewijzen. Het hof concludeert dat de gemeente de kosten van de ontruiming ten onrechte op de appellant heeft willen verhalen, aangezien de woonwagen niet is verwijderd op basis van de executieverkoop, maar op grond van een eerder vonnis in een huurzaak.