In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 oktober 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vraag of kamergewijze verhuur van appartementen in een complex aan de Gerechtkade in Groningen is toegestaan. De appellanten, eigenaren van appartementen in het complex, vorderden dat de Vereniging van Eigenaars (VVE) zou worden veroordeeld om maatregelen te treffen tegen de kamergewijze verhuur. Het hof oordeelde dat de akte van splitsing en het Modelreglement 1973 niet toestaan dat appartementen kamergewijs worden verhuurd. Het hof legde artikel 9 lid 2 van de akte van splitsing zo uit dat het gebruik van de appartementen als woning alleen is toegestaan voor de eigenaar of gebruiker en zijn gezin, en niet voor meerdere huurders die niet in gezinsverband samenwonen. De vordering om de VVE te veroordelen om de kamergewijze verhuur te beëindigen werd afgewezen, omdat de VVE eerst een besluit moet nemen waarbij de belangen van de betrokken eigenaren in acht moeten worden genomen. Het hof vernietigde het eerdere vonnis van de rechtbank en verklaarde voor recht dat kamergewijze verhuur in strijd is met de akte van splitsing. De VVE werd veroordeeld in de proceskosten van de appellanten.