3.3In de huwelijkse voorwaarden zijn partijen, voor zover hier van belang, het volgende overeengekomen:
" (…)
EIGENDOM.
Artikel 1.Tussen partijen bestaat geen enkele huwelijksvermogensrechtelijke gemeenschap van goederen. (…)
KOSTEN VAN DE HUISHOUDING.Artikel 3.
1. De kosten van de gemeenschappelijke huishouding, daaronder begrepen de kosten van de verzorging en de opvoeding van de kinderen die uit het huwelijk van partijen mochten worden geboren, die door partijen mochten worden geadopteerd of die met beider toestemming in het gezin mochten worden opgenomen, zijn geheel voor rekening van partijen en wel in verhouding tot ieders inkomsten uit arbeid.
Voor zover het inkomen van partijen gezamenlijk niet toereikend is voor de betaling van voormelde kosten, zullen partijen verplicht zijn naar evenredigheid van hun vermogen daarin bij te dragen. (…)
JAARLIJKSE VERREKENING
Artikel 7.
1. Partijen verplichten zich jegens elkaar ter verdeling bij helfte bijeen te voegen hetgeen van hun netto inkomsten niet is besteed ter dekking van de kosten van de huishouding of op andere wijze gelijkelijk aan beiden is ten goede gekomen. (…)
FINALE AFREKENING
Artikel 8.
1. Ingeval het huwelijk wordt ontbonden of tussen de echtgenoten scheiding van tafel en bed wordt uitgesproken, vindt tussen partijen verrekening in geld plaats, zo, dat ieder van partijen gerechtigd is tot een waarde gelijk aan die, waartoe hij gerechtigd zou zijn geweest indien de wettelijke algehele gemeenschap van goederen tussen de echtgenoten had bestaan.
2. Bij de verrekening als in het vorige lid van dit artikel bedoeld worden buiten beschouwing gelaten de goederen, die door de echtgenoten reeds zijn of nog zullen worden verkregen krachtens erfstelling, legaat of schenking, en de op die verkrijgingen drukkende schulden, de wegens die verkrijgingen geheven belastingen als successie-, schenkings- en overgangsrecht daaronder begrepen, met dien verstande dat de inkomsten uit die goederen en de renten van die schulden, alsmede de kosten en lasten die uit inkomsten plegen te worden voldaan, wel in de verrekening zullen worden betrokken.
Voorts blijven buiten beschouwing de premies van de in artikel 5 bedoelde verzekeringen, deze zijn en blijven een persoonlijke schuld van de echtgenoot die begunstigde is. (…).