ECLI:NL:GHARL:2020:8025
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- C.G. ter Veer
- L.M. Croes
- Ch.E. Bethlem
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van bestuurder voor onrechtmatig handelen in het kader van een factoringovereenkomst
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van [appellant], als (indirect) bestuurder van Centra voor Zwangerschap en Geboorte B.V. (CvZG), voor schade die is ontstaan uit een factoringovereenkomst met FreelanceFactoring.com B.V. (FF). In november 2015 heeft CvZG een factoringovereenkomst gesloten met FF, waarbij vier vorderingen op Hyproca Nutrition B.V. zijn gecedeerd. FF heeft een bedrag van € 49.424,87 aan CvZG betaald, maar Hyproca heeft de facturen niet voldaan, omdat zij meende dat een vooruitbetaling van € 300.000 ex BTW daarvoor in de plaats was gekomen. Na het faillissement van CvZG in december 2016 heeft FF schadevergoeding geëist van [appellant], stellende dat hij onrechtmatig heeft gehandeld door CvZG verbintenissen te laten aangaan waarvan hij wist dat deze niet nagekomen konden worden.
De rechtbank heeft de vordering van FF toegewezen tot een bedrag van € 51.357,93. In hoger beroep heeft [appellant] zeven grieven aangevoerd, maar het hof heeft de beslissing van de rechtbank bekrachtigd. Het hof oordeelt dat [appellant] persoonlijk een ernstig verwijt treft, omdat hij heeft toegelaten dat CvZG haar verplichtingen jegens FF niet nakwam. Het hof stelt vast dat [appellant] zich niet heeft verzet tegen de interpretatie van Hyproca over de gemaakte afspraken en dat hij een betalingsregeling met FF is aangegaan, wat impliceert dat hij de voorfinanciering aan FF moest terugbetalen. Het hof concludeert dat [appellant] onrechtmatig heeft gehandeld en dat hij aansprakelijk is voor de door FF geleden schade. De kosten van het hoger beroep worden aan [appellant] opgelegd.