Uitspraak
Beequip,
Noord Auto,
1.1 Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
- een antwoordakte, van de zijde van Noord Auto.
€ 76.791,46, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 75.473,96 vanaf
2.De vaststaande feiten
De leaseovereenkomsten zijn te kwalificeren als huurkoop.
Door ondertekening van deze leaseovereenkomst verklaart lessee deze te hebben ontvangen, daarvan kennis te hebben genomen en akkoord te gaan met toepasselijkheid daarvan.".
In het geval:(…)
Op grond van artikel 9 lid 1 en 9 lid 2 van de algemene voorwaarden heeft Beequip in een situatie van ontbinding ook recht op schadevergoeding, die gelijk is aan het totaal van de achterstallige leasetermijnen en de bij een reguliere nakoming nog verschuldigde leasetermijnen, te vermeerderen met buitengerechtelijke kosten en te verminderen met de netto opbrengst van lease-object.
"
Zoals besproken ontvangt u hierbij de specificatie van de vordering uit hoofde van de BTW voorfinanciering. Wij dienen als lease maatschappij u een BTW bedrag in rekening te brengen dat afwijkt van de BTW som van de leverancier. Wij dienen namelijk 21% van het totale van de leasetermijnen inclusief slotsom in rekening te brengen. Dit bedrag is te zien in de excel sheet. Dit bedrag inclusief de BTW over de behandelingskosten komt neer op EURO 30.403. Dit bedrag heeft u ook teruggekregen van de belastingdienst. Dit zijn dusgeenkosten voor u.Daarnaast hebben wij behandelingskosten en rente in rekening gebracht zoals overeengekomen in de betreffende contracten. Dit bedrag is EURO 1.113. Daarmee komt onze totale vordering neer op € 31.516. U heeft hiervan nu € 10.500 betaald afgelopen maandag."
€ 6.421,26 vermeerderd met rente en incassokosten, totaal voor € 7.624,81.
Hallo,
€ 1.180,- met rente en kosten onbetaald te laten. Beequip kondigde terugname van de leaseobjecten aan. Na verlof van 16 maart 2017 tot het leggen van conservatoir beslag zijn de beide objecten op of omstreeks 22 maart 2017 - in overleg tussen de gemachtigden van partijen - via de deurwaarder aan Beequip afgegeven.
€ 96.741,46 + p.m. In dit bedrag is een contractuele boete van € 20.000,- begrepen.
3.3 De vorderingen, het verweer en de beslissing in eerste aanleg
4.4 De bespreking van de grieven
grief IIIop tegen dat oordeel.
4.6 Volgens art. 6:233 aanhef en onder a BW is een beding in algemene voorwaarden vernietigbaar indien het, gelet op de aard en de overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de voorwaarden zijn tot stand gekomen, de wederzijds kenbare belangen van partijen en de overige omstandigheden van het geval, onredelijk bezwarend is voor de wederpartij. Het oordeel dat een beding onredelijk bezwarend is, moet steunen op een specifieke motivering waarin de hiervoor vermelde aspecten zijn betrokken. Stelplicht en bewijslast van de onredelijke bezwarendheid rusten op de partij die zich erop beroept (vgl. HR 21 september 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW6135). Het gaat daarbij om omstandigheden die de inhoud van het te toetsen beding raken en die zich voordoen vóór of bij het sluiten van de overeenkomst, dus om de eventuele onredelijk bezwarende gevolgen waaraan het beding, bij gebondenheid daaraan, de wederpartij van het begin af aan blootstelt. Omstandigheden die zich later voordoen - bijvoorbeeld wanneer enige tijd na het sluiten van de overeenkomst een beroep wordt gedaan op het beding - vallen niet onder de toetsing, maar kunnen betrokken worden bij het antwoord op de vraag of in het concrete geval een beroep op het beding door de gebruiker van de algemene voorwaarden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
Allereerst is van belang dat Noord Auto een professionele partij is, dat het initiatief tot het aangaan van de leaseovereenkomsten en de voorfinancieringsovereenkomsten van Noord Auto’s uitging en dat een beding als dit, een zogenaamd “cross-default” beding, geen ongebruikelijk beding is, zeker niet in overeenkomsten tussen zakelijke partijen. Beequip heeft in dat verband gewezen op een vergelijkbaar beding in de Algemene Bank Voorwaarden.
Verder is van belang dat de overeenkomsten tussen Noord Auto en Beequip bedoeld waren ter financiering door Noord Auto van de aanschaf van twee voertuigen die Noord Auto nodig had voor haar bedrijfsvoering, waarbij met de voorfinancieringsovereenkomst werd voorzien in een kortlopende financiering en met de leaseovereenkomsten in een langlopende financiering. In zoverre hangen de overeenkomsten met elkaar samen. Indien Noord Auto tekortschiet in de nakoming van haar verplichtingen uit de leaseovereenkomsten, kan Beequip door de uitwinning van de voertuigen, die haar eigendom waren, haar vordering verhalen. Het cross-default beding maakt het mogelijk dat Beequip zich ook op de (opbrengst van de) voertuigen kan verhalen indien Noord Auto tekortschiet in haar verplichtingen uit de voorfinancieringsovereenkomsten. Dat Beequip een belang heeft bij deze bepaling, is dan ook aannemelijk.
Het beding houdt inderdaad, zoals Noord Auto’s stelt, in dat een (geringe) tekortkoming in de nakoming van haar verplichtingen uit de voorfinancieringsovereenkomsten tot gevolg heeft dat de leaseovereenkomsten worden ontbonden. Noord Auto’s ziet daarbij over het hoofd dat ook een geringe tekortkoming in de nakoming van haar verplichtingen uit de leaseovereenkomsten zelf Beequip de mogelijkheid geeft de leaseovereenkomsten te ontbinden. Het beding leidt dan ook niet tot rechtsgevolgen waarin de leaseovereenkomsten zelf al niet voorzien, maar leidt er slechts toe dat die rechtsgevolgen in meer gevallen - ook bij het tekortschieten in de nakoming van een andere overeenkomst - kunnen worden ingeroepen.
grief IIIvan Beequip slaagt.
grieven II en IV, waarmee zij opkomt tegen het oordeel van de kantonrechter dat geen sprake is van voldoende ‘lotsverbondenheid’ tussen beide overeenkomsten.
- Noord Auto was tekortgeschoten in haar verplichtingen uit de voorfinancieringsovereenkomsten; ondanks verzoeken en sommaties, waarin Noord Auto uitdrukkelijk was gewezen op de consequenties van het onbetaald laten van de vordering van Beequip, stond op 22 maart 2017 nog een bedrag van ruim € 6.400,- exclusief rente en kosten open;
- Beequip er, ook gelet op inhoud en toonzetting van de e-mail van Noord Auto van
17 januari 2017 (rov. 2.10), welke e-mail bovendien een mededeling in de zin van artikel 6:83 aanhef en sub c BW bevat, geen vertrouwen in had dat Noord Auto haar verplichtingen uit de leaseovereenkomsten zou nakomen.
28 september 2018 (ECLI:NL:HR:2018:1810) bespreekt. Noord Auto miskent met dit betoog dat de ontbinding van de overeenkomsten door Beequip niet is gebaseerd op artikel 6:265 BW, maar op een contractuele ontbindingsregeling, artikel 9 lid 1 sub m van de algemene voorwaarden. Relevant is niet of Beequip de overeenkomst op grond van artikel 6:265 BW kan ontbinden, maar of zij zich met succes op de contractuele ontbindingsregeling kan beroepen. Zoals hiervoor is overwogen, is aan de vereisten voor het inroepen van deze regeling voldaan, zodat Beequip zich er alleen dan niet met succes op kan beroepen indien dat in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Bij de toetsing of dat het geval is, zal het hof ook betrekken wat Noord Auto bij haar beroep op artikel 6:265 BW heeft aangevoerd.
onaanvaardbaarzou zijn”. Die terughoudendheid zal zeker in acht moeten worden genomen bij professioneel handelende partijen (vgl. Hoge Raad 15 oktober 2004, ECLI:NL:HR:2004:AP1664), zoals hier.
9 december 2016 heeft zij in de loop van december 2016 (tot 21 december 2016) in totaal
- afgerond - € 29.100,- betaald, waarna op 21 december 2016 nog een bedrag van € 6.400,- resteerde. Dit bedrag heeft Noord Auto’s vervolgens, ondanks diverse sommaties, onbetaald gelaten.
Uit deze feiten volgt dat geen sprake is van een geringe tekortkoming. De voorfinancieringsovereenkomst was, zoals dat begrip ook al aangeeft, bedoeld om Noord Auto gedurende een korte periode van enkele maanden geld te verstrekken. Noord Auto heeft 80% van dat geld enkele weken te laat terugbetaald en 20% helemaal niet. Daarmee is zij tekortgeschoten in de kernverplichting uit deze overeenkomst: het (tijdig) terugbetalen van het haar voor een korte periode geleende geld.
Het hof volgt Noord Auto niet in dit betoog. Beequip heeft bij conclusie van repliek btw-facturen van 25 augustus en 23 september 2016 overgelegd en heeft gesteld dat deze facturen ook zijn verstuurd. Zelfs als ervan moet worden uitgegaan dat, zoals Noord Auto stelt, deze facturen niet zijn verstuurd, althans niet door Noord Auto zijn ontvangen, staat vast dat Noord Auto de omzetbelasting die door de leverancier van de geleasde voertuigen in rekening was gebracht bij de aangifte voor het derde kwartaal van 2016 heeft verrekend (het betreft een bedrag van - afgerond - € 29.100,-). Vervolgens heeft Beequip in een e-mail van
15 december 2016 een uitvoerige toelichting gegeven op de verrekening van de btw. Indien het Noord Auto tot 15 december 2016 niet duidelijk was hoeveel btw zij kon verrekenen, had het haar na die mail van 15 december 2016 wel duidelijk behoren te zijn.
Desalniettemin heeft Noord Auto ook na 15 december 2016 een substantieel deel van het door haar verschuldigde bedrag onbetaald gelaten. Het inschakelen van een deurwaarder, medio januari 2017, bracht daarin geen verandering. Beequip heeft pas in juni 2017 conservatoir (derden)beslag laten leggen, zodat de beslaglegging niet de reden kan zijn - in het midden kan blijven of het een geldige reden is - dat Noord Auto tot juni 2017 de vordering van Beequip onbetaald heeft gelaten.
Bij deze stand van zaken heeft Beequip geen belang bij een bespreking van
grief I, over de vraag of de e-mail van Noord Auto van 17 januari 2017 een mededeling als bedoeld in artikel 6:83 aanhef en sub c bevat.
grief V, die is gericht tegen de beperking van de proceskosten, gegrond.
4.25 Het hof zal voor de bepaling van de proceskosten in hoger beroep uitgaan van een punt - de door Beequip genomen akte is een gevolg van het feit dat zij haar vordering betreffende de boete niet al bij memorie van grieven heeft verminderd - met tarief IV. De verschotten worden bepaald op € 1.978,- voor griffierecht en € 85,44 voor explootkosten, samen € 2.063,44.
5.5 De beslissing
en opnieuw rechtdoende:
€ 556,42 aan verschotten en op € 1.200,- aan kosten gemachtigde voor de procedure in eerste aanleg;
€ 2.063,44 aan verschotten en op € 1.959,- voor geliquideerd salaris van de advocaat voor de procedure in hoger beroep,
te vermeerderen met het nasalaris van € 157,- en te verhogen met € 82,- indien niet binnen