Uitspraak
Baker Hughes,
[verweerder],
1.Het verloop van deze procedure
2.Waar gaat deze zaak over?
3.Wat beslist het hof?
4.De feiten
I understand non-reimbursable and personal expenditures are prohibited; any personal usage of this Card is grounds for disciplinary action up to and including termination."
gegevens te verzamelen rond het gebruik van uw T&E kaart". Ook staat daarin dat onderzoek nodig is om "
uw handelingen m.b.t. compliance in de breedste zin van het woord" door te lichten. Dit laatste is gebaseerd op "
signalen die we hebben ontvangen van de afdeling inkoop".
5.De beoordeling
Please explain why this happened?". Dat laatste deed [verweerder] op 23 augustus 2019. Vervolgens werd de declaratie weer "goedgekeurd" en via het salaris verrekend. Aan deze gebeurtenissen ging nog vooraf een contact tussen [verweerder] en zijn toenmalige leidinggevende [E] in december 2018. Dat betrof de privéuitgave van 15 november 2018 van € 3.964,-. Ook indien juist is dat [E] (zoals in het onderzoeksrapport van [B] is vermeld) toen tegen [verweerder] heeft gezegd dat dit niet meer mocht gebeuren geldt dat ook die uitgave is "goedgekeurd" en verrekend met het salaris. De eventuele waarschuwing van [E] dat het niet weer mocht gebeuren was voor [D] later kennelijk geen aanleiding zwaarder geschut in te zetten dan een tweetal verzoeken om opheldering.
Hallo Petra, dit verzoek heb ik naast me neergelegd" [1] ) geldt dat de kwestie van het inhuren van personeel/de aankoop van materialen in combinatie met de "non-compliance" nu juist bij uitstek een aspect is waaraan een goed werkgever aandacht schenkt (gesprekken, cursus, coaching of anderszins) voordat hij ontslag, laat staan ontslag op staande voet, overweegt. De grieven 1 tot en met 6 van Baker Hughes slagen niet.
(…)
moet" worden toegewezen nu de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Daarmee is miskend dat de rechter een billijke vergoeding niet
moetmaar
kantoewijzen. De rechter heeft immers een discretionaire bevoegdheid. Volgens Baker Hughes heeft de kantonrechter de aspecten die de hoogte van de billijke vergoeding kunnen bepalen bovendien onvoldoende zorgvuldig gewogen (grief 9). In het bijzonder geldt dat de arbeidsovereenkomst, indien deze niet beëindigd zou zijn door het ontslag op staande voet, op korte termijn ontbonden zou zijn. Een vruchtbare samenwerking zou namelijk niet meer mogelijk zijn. Als van reputatieschade sprake is heeft [verweerder] die aan zichzelf te wijten. Baker Hughes heeft over het ontslag extern geen mededelingen gedaan, [verweerder] zelf wel, namelijk toen hij op 25 november 2019 het kantoor in Emmen bezocht, daar onjuiste mededelingen deed en onrust veroorzaakte onder het personeel (grief 7). Dit moet meewegen bij de hoogte van een eventuele billijke vergoeding. [verweerder] kan bovendien met zijn ervaring wel elders aan het werk komen. Verder hadden op de toegekende billijke vergoeding de transitievergoeding en de vergoeding wegens onregelmatige opzegging in mindering moeten worden gebracht.
kan" toekennen. Indien de kantonrechter door het gebruik van het woord "
moet" iets anders heeft beoogd was dat onjuist. Grief 8 van Baker Hughes slaagt.