Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 2 april 2014 in de gemeente [plaats] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [benadeelde partij] van het leven te beroven, met dat opzet (terwijl die [benadeelde partij] van achteren om/bij de nek werd vastgehouden en/of terwijl die [benadeelde partij] op de grond lag) meermalen, althans éénmaal, (met kracht/hard) met een hockeystick in/op/tegen de kaak en/of het gezicht en/of het hoofd en/of het lichaam van die [benadeelde partij] heeft geslagen en/of (met kracht) (met de vuisten) in/op/tegen de kaak en/of het gezicht van die [benadeelde partij] heeft gestompt en/of geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;