Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Donkergroen,
1.[geïntimeerde1] ,2. [geïntimeerde2] ,
[geïntimeerden] c.s.,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het pleidooi en de daarbij overgelegde pleitnotities.
3.De vaststaande feiten
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
(€ 7.108,75 aan hoofdsom en € 760,44 aan incassokosten), vermeerderd met de wettelijke (handels)rente over een bedrag van € 7.108,75 vanaf de dag van de dagvaarding en de proceskosten.
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
Wanneer een zaak geheel en al verloren gaat doordat herstel niet mogelijk is of economisch onverantwoord, lijdt de eigenaar een vermogensnadeel dat gelijk is aan de waarde van de zaak, welke waarde in het algemeen kan worden gesteld op de waarde van de zaak in het economisch verkeer ten tijde van het verlies.
Bij de beoordeling van een beroep op voordeelstoerekening (art. 6:100 BW) gaat het erom dat genoten voordelen, voor zover dat redelijk is, mede in aanmerking behoren te worden genomen bij de vaststelling van de te vergoeden schade. Daarvoor is allereerst vereist dat tussen de normschending en de gestelde voordelen een conditio sine qua non-verband bestaat, in die zin dat in de omstandigheden van het geval sprake is van een voordeel dat zonder de normschending niet zou zijn opgekomen. Voorts dient het met inachtneming van de in artikel 6:98 BW besloten maatstaf redelijk te zijn dat die voordelen in rekening worden gebracht bij de vaststelling van de te vergoeden schade (ECLI:NL:HR:2018:1027).
5.9 De stelplicht en bewijslast dat sprake is van voordeel dat op de voet van artikel 6:100 BW voor verrekening met de schade in aanmerking komt, rust op Donkergroen.
Donkergroen heeft echter geen feiten en omstandigheden gesteld waaruit kan blijken dat [geïntimeerden] c.s. door vervanging van de ruiten een voordeel genieten. Niet is aangevoerd dat de vervanging van de ruiten een gebruiks- kwaliteits- en/of vermogensverhogende meerwaarde heeft. In het bijzonder is niet (gemotiveerd) gesteld dat de vervanging van de ruiten de waarde van het pand verhoogt. Voor zover Donkergroen aanvoert dat [geïntimeerden] c.s. in ieder geval wel naar redelijke verwachting een voordeel van de vervanging zullen gaan genieten, omdat zij de nieuwe ruiten pas op een later moment zullen hoeven te vervangen dan het moment waarop zij de gebruikte ruiten zonder de schadegebeurtenis hadden zullen vervangen, gaat dat betoog niet op. [geïntimeerden] c.s. hebben gemotiveerd aangevoerd dat dit gestelde voordeel niet een werkelijk voordeel is, omdat zij er geen belang bij hebben om de ramen van de showroom op verschillende tijdstippen gedeeltelijk te gaan vervangen.