Uitspraak
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
EISERES tot cassatie,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
De procesinleiding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
3.Beoordeling van het middel
- i) [betrokkene 1] en een aantal vennootschappen (hierna gezamenlijk aangeduid als [betrokkene 1] c.s.), waaronder DLM Management B.V. (hierna: DLM Management) en G.O. Participaties B.V. (hierna: GO Participaties), hebben aan [verweerster 1] en [verweerster 2] een perceel met daarop een bedrijfsobject (hierna: [A] ) verkocht. De koopprijs bedroeg volgens de koopakte € 360.000,--. De overeenkomst is op 21 en 22 juli 2009 schriftelijk vastgelegd en ondertekend.
- ii) In de overeenkomst is onder meer bepaald dat de nalatige partij bij ontbinding van de overeenkomst op grond van toerekenbare tekortkoming een boete verbeurt van 25% van de koopprijs, onverminderd het recht op aanvullende schadevergoeding.
- iii) Op 31 juli 2009 hebben DLM Management en GO Participaties [A] verkocht aan [eiseres] , tegen een koopprijs van € 395.000,--.
- iv) Op 4 augustus 2009 is [A] aan [eiseres] geleverd.
- v) In de hiervoor onder (iii) genoemde koopovereenkomst staat onder meer dat [eiseres] ermee bekend is dat DLM Management en GO Participaties [A] verkocht hebben aan [verweerster 1] en [verweerster 2] , dat zij de verplichtingen van de verkopers uit deze koopovereenkomst overneemt, en de verkopers vrijwaart voor iedere aanspraak te dier zake.
- vi) De opstallen van [A] zijn na de levering gesloopt.
De rechtbank heeft in beslissing daarop de koopovereenkomst tussen [verweerster 1] en [verweerster 2] en DLM Management en GO Participaties ontbonden en DLM Management en GO Participaties veroordeeld tot betaling van de contractuele boete van € 90.000,--. Op een door DLM Management en GO Participaties ingestelde vordering in vrijwaring heeft de rechtbank [eiseres] veroordeeld de boete aan deze vennootschappen te vergoeden.
Dit oordeel is in cassatie niet bestreden, zodat in deze zaak van de juistheid daarvan moet worden uitgaan. Het hof heeft in zijn eindarrest vervolgens geoordeeld dat [eiseres] niet erin is geslaagd te bewijzen dat een deel van de koopprijs zwart zou worden betaald.
4.Beslissing
29 juni 2018.