4.3Voor de beoordeling van deze stelling zijn met name de hieronder bedoelde stukken van belang. Bij e-mailbericht van 2 november 2011schreef [geïntimeerde2] aan mevrouw [F] , de gemachtigde van [appellant] , onder meer:
“5 De post ‘onderhanden werk’ ontbreekt in het concept van de jaarrekening 2010 omdat ik dat bedrag (nog) niet heb doorgekregen van cliënt. Overigens verwacht ik dat dat bedrag vrijwel ‘nihil’ zal zijn. Het ziekenhuis heeft namelijk met ingang van 2010 de wijze van afrekenen gewijzigd. Hierdoor is een eventueel ‘onderhanden-werken-bedrag’ reeds (voor 100% i.p.v. 50%) verwerkt in de post ‘Te ontvangen afrekening honorarium 2010’ ad 41.890 (…) Ik heb slechts ‘pm’ in het rapport opgenomen om tijdens de bespreking te dienen als ‘trigger’ om toe te lichten dat de wijze van afrekenen door het ziekenhuis is veranderd.(…)”
Bij e-mailbericht van 13 december 2011deed [G] , medewerker financiële administratie van het Flevoziekenhuis aan alle maten van de maatschap opgave van het onderhanden werk per 31 december 2010, dat € 105.532 bedroeg. Ter toelichting merkte [G] daarbij op:
“De opgave van de OHW-positie per 31 december 2009 (…) bedraagt € 236.897. Deze uitkomst is substantieel hoger dan de uitkomst per 31 december 2010. Dit heeft 2 oorzaken. Enerzijds zijn de tarieven ingaande 2010 substantieel gedaald en anderzijds is de waardering ultimo 2010 gewijzigd t.o.v. ultimo 2009. Anderzijds heeft er een wijziging plaatsgehad in de waardering van het OHW. De waardering ultimo 2010 is 50% van de te verwachten opbrengstwaarde. De berekening ultimo 2009 gaat uit van 100%.”
Bij e-mailbericht van 14 maart 2012schrijft mr. Verberne, de raadsman van de maatschap, aan mevrouw [F] onder meer:
“(…) Ik heb de overeenkomst op 22 februari doorgezonden met de mededeling dat ik akkoord was.
Tot mijn verbazing is er niet getekend en melden cliënten thans dat er nog enige aanpassingen moeten gebeuren.
Inderdaad had ik over het hoofd gezien dat ik had gevraagd de toevoeging te doen bij punt 3 dat de OMS de goodwill dient te berekenen volgens de huidige inzichten en methodieken. Bovendien is uitgangspunt 2009 t/m 2011.
Daarnaast schijnt het bedrag van het OHW niet te kloppen maar dat stem ik morgen af met de accountant.”
Op dit bericht heeft mevrouw [F] nog diezelfde dag, 14 maart 2012, als volgt gereageerd:
“Cliënt zal niet akkoord gaan met nog een wijziging. Al tijdens het overleg in november is afgesproken dat 2008, 2009 en 2010 uitgangspunt zullen vormen. Die afspraak is in alle correspondentie terug te vinden en begint dus bij de brief van mr. Van der Mark van 28 november 2011. Ook in mijn aantekeningen zie ik dit terug.
Voorts is het onbelangrijk om toe te voegen dat vaststelling goodwill volgens de huidige inzichten en methodieken moet plaats vinden, want dat zal sowieso gebeuren.
Dat het bedrag OHW niet klopt hadden uw cliënten ook maar eerder moeten aanvoeren. Ik ga dat niet meer veranderen. De overeenkomst zie ik uiterlijk vrijdag getekend retour.”
Bij brief van 15 maart 2012schreef mr. Verberne aan mevrouw [F] onder meer:
“U reageerde gisteren al vrij snel op mijn e-mail. Of het onbelangrijk is om toe te voegen dat volgens huidige inzichten en methodiek moet worden gerekend ten aanzien van de goodwill, is aan ieder van partijen zelf ter beoordeling. In het geval uw cliënt het onbelangrijk vindt, neem ik aan dat hij ook geen bezwaar heeft tegen die toevoeging. Nu als uitgangspunt wordt genomen 11/12 van 2011 dient ook 2011 meegenomen te worden. Ook die aanpassing lijkt mij niet zo bezwaarlijk.
Lastiger is de navolgende discussie. In de concept-jaarrekening staat bij onderhanden werk 31-12-2010 nog PM ingevuld. In uw brief geeft u aan dat daar € 105.532,- moet worden opgenomen. Ik heb daar inmiddels met de accountant over gesproken en in de nieuwe versie van de jaarrekening is PM vervangen door een streepje omdat, vanwege de verandering van de afrekeningssystematiek binnen het ziekenhuis, het nog te ontvangen honorarium 2010 (wat dus het onderhanden werk is), twee regels verder is opgenomen als de post ‘te ontvangen afrekening honorarium 2010 € 41.890,-. De post onderhanden werk zal dus in de jaarstukken geheel vervallen.
Het moge zo zijn dat u niet van plan bent iets te veranderen. Daar zal ik me dan bij moeten neerleggen maar dan wordt er dezerzijds niet getekend en dan wachten we rustig de procedure af tussen het ziekenhuis en uw cliënt. De accountant is nog steeds in afwachting van instemming van uw cliënt met de jaarstukken, waarna hij die definitief kan maken. Ergo: dit betekent dat we tot op heden hebben onderhandeld op basis van niet vastgestelde jaarstukken en dat die thans op een zeer substantieel onderdeel zijn gewijzigd. Voor zover u meent dat er een basis is om op grond van de onderhandelingen af te dwingen dat de overeenkomst getekend moet worden, deel ik nu reeds mede dat ik me dan ten aanzien van het forse bedrag onderhanden werk, op dwaling zal beroepen.”
Bij brief van 29 maart 2012schreef mr. Verberne aan [geïntimeerde2] onder meer:
“Reeds eerder hadden wij telefonisch overleg over de jaarcijfers van de Maatschap Oogheelkunde verbonden aan het Flevoziekenhuis te Almere. U deelde mij mede dat in het concept financieel verslag 2010 op pagina 7 bij ‘onderhanden werk’ is opgenomen ‘pm”. Twee regels verder staat “te ontvangen afrekening honorarium 2010 € 41.890,-“. U deelde me telefonisch mede dat in de definitieve versie achter “onderhanden werk’ een streepje dient te worden ingevuld. Dit is enigszins in strijd met de informatie die wij hebben ontvangen van het ziekenhuis. Van het ziekenhuis ontving ik een overzicht waaruit blijkt dat er € 105.132,-- onderhanden werk zou zijn.
Kunt u uitleggen waarom het onderhanden werk in de balans zou komen te vervallen en daarvoor in de plaats de post ‘te ontvangen afrekening honorarium 2010’. Immers, we zien dat ook de voorgaande jaren dubbel in de jaarrekening staan.”