In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 december 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Zwolle. De verdachte, geboren in 1970 en wonende in [woonplaats], was eerder veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete van € 1.000,- voor het niet voldoen aan de verplichtingen uit de Leerplichtwet 1969. De zaak was terugverwezen door de Hoge Raad na een eerdere vrijspraak door het hof in 2018. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter van 30 januari 2017, waarin hij was veroordeeld voor het niet inschrijven van zijn dochter als leerling van een school. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal, die een voorwaardelijke geldboete van € 1.000,- met een proeftijd van 2 jaren vroeg, in overweging genomen. Tijdens de zitting op 16 december 2020 heeft de verdachte zijn verweer gepresenteerd, waarin hij zijn bezwaren tegen het reguliere onderwijs uiteenzette, gebaseerd op zijn spiritueel holistisch gedachtengoed. Het hof oordeelde dat de door de verdachte aangevoerde bezwaren onvoldoende concreet en zwaarwegend waren om te voldoen aan de eisen van de Leerplichtwet. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen en heeft de eerdere veroordeling bevestigd. De verdachte is strafbaar verklaard en de geldboete is opgelegd, met de bepaling dat deze niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.