Uitspraak
in eerste aanleg: eiseres,
[appellante],
1.[geïntimeerde1] ,wonende te [B] ,
in eerste aanleg: gedaagden,
[geïntimeerden] c.s.,
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
I. De vermogensschade door het ontvangen van een te lage waarde voor de aan [appellante] toebehorende aandelen in VNB, zijnde
primair€ 454.837,- en
subsidiair€ 226.926,-;
II. Een bedrag van € 71.106,-, voor het door [appellante] niet ontvangen deel van de koopsom;
2.De beoordeling van de vorderingen en de grieven
“dat [geïntimeerden] c.s. aansprakelijk zijn jegens [appellante] doordat [geïntimeerde1] in het door hem opgestelde rapport van 3 oktober 2008 niet heeft opgenomen dat het rapport niet bestemd was voor een waardering van de aandelen.”De schade van [appellante] diende volgens het hof in dat arrest te worden opgemaakt bij staat en te worden vereffend volgens de wet. Het door [geïntimeerden] c.s. daartegen ingestelde cassatieberoep is verworpen. In de onderhavige schadestaatprocedure vordert [appellante] vergoeding van de te lage prijs voor haar aandelen, de kosten gemaakt ter vaststelling en begroting van haar schade en immateriële schade.
"In het kader van de waardebepalingen ontwikkelingen m.b.t. de aandeelhouders hebben wij een herstructureringsplan opgesteld met een worstcase scenario, het wegvallen van twee miljoen omzet Rabobank. Wij hebben dit doorgerekend naar een eindbalans voor 2008 van de drie BV'sDe uitgangspunten zijn1. Opbouw herstructureringsvoorzieningen € 701.000,--2. Aflossing lening Rabobank door [F]3. Aflossing interne lening door [F] Beheer aan [F] en DVN(Hof: laatst genoemde in dit arrest aangeduid als VNB)
aan [F] Beheer.4. Vrijval pensioen [C] € 200 000,--.5.Verkoop panden met een boekwinst van ruim € 900.000,--.Een en ander leidt tot een negatief vermogen van [F] en [F] Beheer BV. Wij willen met deze stukken aangeven dat de DVN Beheer het eigen vermogen van de dochteronderneming aan dient te zuiveren. Ik heb voor alle BV's een V&W en balans opgesteld maar weet niet wat ik met de VPB en belastinglatentie aan moet Ik zou graag van jou op zeer korte termijn horen of en wat ik hier aan moet geven. Ik zal deze dan aanpassen. Op de definitieve versie zouden wij graag een stempel van jullie ontvangen met een korte verklaring dat deze stukken te goede trouw zijn opgesteld en een reële mogelijkheid weergeven."
Ik heb de gegevens die ik van jullie heb ontvangen beoordeeld en bij deze ook van commentaar voorzien. In eerste instantie maar even via de mail in plaats van een officiële brief Een definitieve rapportage zoals gevraagd zal wel in een brief komen. Dat zal overigens geen accountantsverklaring worden want dat mag niet bij toekomstgerichte info, maar een mededeling in de [trant] van 'wij hebben op basis van de ons aangeleverde gegevens geen onregelmatigheden in de gepresenteerde gegevens geconstateerd' o.i.d. ( ) Tot zover. Mochten er vragen dan wel opmerkingen zijn hoor ik het graag. Als we de bijgewerkte cijfers kunnen krijgen dan zal ik zorgdragen voor een bruikbare rapportage van onze kant."
"Opdracht en verantwoordelijkhedenWij hebben de hierna bijgevoegde projectie van De Vries Nieboer Beheer BV ', [F] Beheer B V en [F] BV te Leeuwarden per 31 augustus 2008, alsmede de prognose voor 2009 m.b.t. [F] BV onderzocht De projectie, met inbegrip van de veronderstellingen waarop deze is gebaseerd (opgenomen onder de geprojecteerde balansen en resultaatrekeningen), is opgesteld onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de vennootschappen. Het is onze verantwoordelijkheid een onderzoeksrapport inzake de projectie te verstrekken.WerkzaamhedenWij hebben ons onderzoek verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder Standaard 3400 'Onderzoek van toekomstgerichte financiële informatie '. De in dit kader uitgevoerde werkzaamheden bestonden in hoofdzaak uit het inwinnen van inlichtingen bij functionarissen van de entiteit, het uitvoeren van cijferanalyse m.b.t. de financiële gegevens en het vaststellen dat de veronderstellingen op de juiste wijze zijn verwerkt. Ons onderzoek betreffende de gegevens waarop de veronderstellingen zijn gebaseerd, kan als gevolg van de aard van dn onderzoek, slechts resulteren in het geven van een conclusie die een beperkte mate van zekerheid geeft Ons onderzoek betreffende de opstelling en de toelichting van de projectie resulteert in een oordeel dat een redelijke mate van zekerheid geeft.Conclusie en oordeelOp grond van ons onderzoek van de gegevens waarop de veronderstellingen zijn gebaseerd is ons niets gebleken op grond waarvan wij zouden moeten concluderen dat de veronderstellingen geen redelijke basis vormen voor de projectie, aannemende dat de genoemde omstandigheden en acties worden gerealiseerd. Naar ons oordeel is de projectie op een juiste wijze op basis van de veronderstellingen opgesteld en toegelicht in overeenstemming met BW2 Titel 9, waarbij tevens de van toepassing zijnde grondslagen voor waardering en resultaatbepaling zoals gehanteerd in de jaarrekeningen m aanmerking zijn genomen.Overige aspecten1 Realiseerbaarheid toekomstige uitkomstenZelfs als de gebeurtenissen waarvan in de bovenvermelde hypotheses ts uitgegaan zich daadwerkelijk voordoen, zullen de werkelijke uitkomsten waarschijnlijk toch afwijken van de projectie, omdat andere veronderstelde gebeurtenissen zich veelal niet op gelijke wijze zullen voordoen als hier is aangenomen
"In het kader van de waardebepalingen ontwikkelingen m.b.t. de aandeelhouders hebben wij een herstructureringsplan opgesteld met een worstcase scenario, het wegvallen van twee miljoen omzet Rabobank. Wij hebben dit doorgerekend naar een eindbalans voor 2008 van de drie BV'sDe uitgangspunten zijn1. Opbouw herstructureringsvoorzieningen € 701.000,--2. Aflossing lening Rabobank door [F]3. Aflossing interne lening door [F] Beheer aan [F] en DVN(Hof: laatst genoemde in dit arrest aangeduid als VNB)
aan [F] Beheer.4. Vrijval pensioen [C] € 200 000,--.5.Verkoop panden met een boekwinst van ruim € 900.000,--.Een en ander leidt tot een negatief vermogen van [F] en [F] Beheer BV. Wij willen met deze stukken aangeven dat de DVN Beheer het eigen vermogen van de dochteronderneming aan dient te zuiveren. Ik heb voor alle BV's een V&W en balans opgesteld maar weet niet wat ik met de VPB en belastinglatentie aan moet Ik zou graag van jou op zeer korte termijn horen of en wat ik hier aan moet geven. Ik zal deze dan aanpassen. Op de definitieve versie zouden wij graag een stempel van jullie ontvangen met een korte verklaring dat deze stukken te goede trouw zijn opgesteld en een reële mogelijkheid weergeven."
Ik heb de gegevens die ik van jullie heb ontvangen beoordeeld en bij deze ook van commentaar voorzien. In eerste instantie maar even via de mail in plaats van een officiële brief Een definitieve rapportage zoals gevraagd zal wel in een brief komen. Dat zal overigens geen accountantsverklaring worden want dat mag niet bij toekomstgerichte info, maar een mededeling in de [trant] van 'wij hebben op basis van de ons aangeleverde gegevens geen onregelmatigheden in de gepresenteerde gegevens geconstateerd' o.i.d. ( ) Tot zover. Mochten er vragen dan wel opmerkingen zijn hoor ik het graag. Als we de bijgewerkte cijfers kunnen krijgen dan zal ik zorgdragen voor een bruikbare rapportage van onze kant."
"Opdracht en verantwoordelijkhedenWij hebben de hierna bijgevoegde projectie van De Vries Nieboer Beheer BV ', [F] Vries Beheer B V en [F] BV te Leeuwarden per 31 augustus 2008, alsmede de prognose voor 2009 m.b.t. [F] BV onderzocht De projectie, met inbegrip van de veronderstellingen waarop deze is gebaseerd (opgenomen onder de geprojecteerde balansen en resultaatrekeningen), is opgesteld onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de vennootschappen. Het is onze verantwoordelijkheid een onderzoeksrapport inzake de projectie te verstrekken.WerkzaamhedenWij hebben ons onderzoek verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder Standaard 3400 'Onderzoek van toekomstgerichte financiële informatie '. De in dit kader uitgevoerde werkzaamheden bestonden in hoofdzaak uit het inwinnen van inlichtingen bij functionarissen van de entiteit, het uitvoeren van cijferanalyse m.b.t. de financiële gegevens en het vaststellen dat de veronderstellingen op de juiste wijze zijn verwerkt. Ons onderzoek betreffende de gegevens waarop de veronderstellingen zijn gebaseerd, kan als gevolg van de aard van dn onderzoek, slechts resulteren in het geven van een conclusie die een beperkte mate van zekerheid geeft Ons onderzoek betreffende de opstelling en de toelichting van de projectie resulteert in een oordeel dat een redelijke mate van zekerheid geeft.Conclusie en oordeelOp grond van ons onderzoek van de gegevens waarop de veronderstellingen zijn gebaseerd is ons niets gebleken op grond waarvan wij zouden moeten concluderen dat de veronderstellingen geen redelijke basis vormen voor de projectie, aannemende dat de genoemde omstandigheden en acties worden gerealiseerd. Naar ons oordeel is de projectie op een juiste wijze op basis van de veronderstellingen opgesteld en toegelicht in overeenstemming met BW2 Titel 9, waarbij tevens de van toepassing zijnde grondslagen voor waardering en resultaatbepaling zoals gehanteerd in de jaarrekeningen m aanmerking zijn genomen.Overige aspecten1 Realiseerbaarheid toekomstige uitkomstenZelfs als de gebeurtenissen waarvan in de bovenvermelde hypotheses ts uitgegaan zich daadwerkelijk voordoen, zullen de werkelijke uitkomsten waarschijnlijk toch afwijken van de projectie, omdat andere veronderstelde gebeurtenissen zich veelal niet op gelijke wijze zullen voordoen als hier is aangenomen 2 Beperking in het gebruik (en verspreidingskring). De projectie en ons onderzoeksrapport daarbijj zijn uitsluitend bedoeld voor een specifieke gebruikersgroep en kunnen derhalve met zonder voorafgaande toestemming onzerzijds voor andere doeleinden worden gebruikt "Uit de als bijlage onderzoeksrapport gevoegde balans per 31 augustus 2008 van VNB blijkt dat het eigen vermogen per die datum op € 316.148.- is vastgesteld. In de (toelichting op) de jaarstukken is vermeld dat geen accountantscontrole is toegepast.
" [geïntimeerden] c.s aansprakelijk zijn jegens [appellante] doordat [geïntimeerde1] in het door hem opgestelde rapport van 3 oktober 2008 niet heeft opgenomen dat rapport niet bestemd was voor een waardering van de aandelen".Het hof heeft [geïntimeerden] c.s. hoofdelijk veroordeeld
" aan [appellante] te betalen de schade die zij dientengevolge heeft geleden en nog zal lijden, welke schade dient te worden opgemaakt bij staat en te worden vereffend volgens de wet "
3.Het geschil en de beslissing in de schadestaat procedure in eerste aanleg
(a) betaling van het door [appellante] niet ontvangen bedrag van de werkelijke waarde van haar aandelen in VNB. Primair een bedrag van € 687.717,- en subsidiair een bedrag van € 455.022,05, vermeerderd met rente;
(b) betaling van een bedrag van € 117.967,80 voor redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid;
(c) betaling van een bedrag van € 75.000,- voor immateriële schade.
Tevens heeft [appellante] veroordeling van [geïntimeerden] c.s. in de proceskosten gevorderd.
4.De beoordeling in hoger beroep van de vorderingen en de grieven
De wijziging van eis
" [geïntimeerden] c.s aansprakelijk zijn jegens [appellante] doordat [geïntimeerde1] in het door hem opgestelde rapport van 3 oktober 2008 niet heeft opgenomen dat rapport niet bestemd was voor een waardering van de aandelen".Deze vooropstelling is door [appellante] als juist erkend. Vervolgens overweegt de rechtbank dat zij de stellingen van [appellante] in die zin begrijpt dat deze dienen ter onderbouwing van schade die niet in causaal verband staat met deze grondslag. De eerste twee grieven strekken er toe dat de rechtbank onder 4.4 ten onrechte heeft overwogen dat [appellante] buiten de grondslag van haar vordering tegen [geïntimeerden] c.s. is getreden en dat de rechtbank bepaalde stellingen van [appellante] niet onbesproken had mogen laten. Daarbij doelt [appellante] vooral op haar beroep op de jaarstukken over 2008 betreffende VNB.
grieven I en IIfalen.
grieven III tot en met VIIhebben betrekking op de rechtsoverwegingen 4.10 en 4.11 van het bestreden vonnis en strekken er toe dat op basis van een onjuiste waarderingsgrondslag is gekomen tot een te lage waardering van de aandelen in van VNB. [appellante] onderbouwt hierin het bestaan en vooral de omvang van de door haar gestelde schade. Over de vraag of de aldus onderbouwde schade ook in causaal verband staat met de feitelijke grondslag die is gegeven in de hoofdzaak zwijgen de grieven III tot en met VII.
grief VIIIook moeten behandelen als de koopprijs terecht op € 158.074,- zou zijn vastgesteld. De verrekening waarom het hier gaat betreft een vordering van VNB op [C] (thans op [appellante] ) uit rekening-courant (€ 71.106,-) tegenover de koopprijs (€ 158.074,-). [appellante] betoogt dat zij ‘die verrekening’ heeft betwist. Het hof begrijpt dat als het verweer dat [appellante] de bevoegdheid tot verrekening wenst te betwisten.
(a) de in verrekening gebrachte vordering van VNB bestaat voor een bedrag van € 3.272,50 uit ‘kosten van [geïntimeerden] c.s.’ (voor adviezen aan VNB en [appellante] );
(b) [C] heeft bij de vaststelling van de jaarrekening 2007 de samenstelling of omvang van de vordering van VNB op hem betwist;
(c) de verrekening ‘door [D] ’ staat in causaal verband met ‘de onzorgvuldige gedraging van [geïntimeerden] c.s. Was de in de woorden van [appellante] ‘gewraakte mededeling’ gedaan dan had verrekening ‘niet kunnen plaatsvinden’, aldus [appellante] ;
(d) verrekening had niet ‘plaats kunnen vinden’ van de ‘in dat geval niet verzonden declaratie van Accon’, terwijl de betwiste rekening-courant ad € 60.356,- niet ‘kon worden verrekend’.
grief Xbetoogt [appellante] dat haar vordering tot vergoeding van immateriële schade dient te worden toegewezen tot een bedrag van € 20.000,-. De rechtbank heeft de vordering van [appellante] (die in eerste aanleg was gesteld op € 75.000,-) afgewezen. [appellante] heeft de onderbouwing van dit deel van haar vordering in de toelichting op grief X onderbouwd door te wijzen op de vele procedures die zij heeft moeten voeren en de daardoor bij haar ontstane psychische problematiek, die zij aanduidt als “een ernstig psychisch ziektebeeld”, een “ernstige psychische stoornis” en psychische klachten die haar leven ontwrichten. [appellante] lijkt haar vordering daarmee naast artikel 6:106 onder b BW ook te baseren op artikel 6:107 lid 1BW.