ECLI:NL:GHARL:2020:10660
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
De redelijk handelend verzekeraar bij onjuiste mededelingen en de gevolgen voor de verzekeringsovereenkomst
In deze zaak, die zich afspeelt in het civiele recht, gaat het om een hoger beroep van een appellant tegen ASR Schadeverzekering N.V. Het hof behandelt de vraag of ASR de verzekeringsovereenkomst met de appellant zou hebben gesloten als zij op de hoogte was geweest van zijn strafrechtelijk verleden, dat onder andere bestond uit een veroordeling voor de invoer van hennep. Het hof oordeelt dat ASR, als redelijk handelend verzekeraar, de verzekering niet zou hebben gesloten bij kennis van de ware stand van zaken. Dit oordeel is gebaseerd op verklaringen van acceptanten van andere verzekeraars en het acceptatiebeleid dat in 1998 gold. Het hof concludeert dat de vordering van de appellant moet worden afgewezen, omdat ASR geen uitkering verschuldigd is op basis van artikel 7:930 lid 4 BW, dat stelt dat geen uitkering is verschuldigd indien de verzekeraar bij kennis van de ware stand van zaken geen verzekering zou hebben gesloten. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, en veroordeelt de appellant in de kosten van het hoger beroep.