ECLI:NL:HR:2022:1091

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 juli 2022
Publicatiedatum
14 juli 2022
Zaaknummer
21/01262
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over verzekeringsrecht en procesrecht met betrekking tot de kennis van het strafrechtelijk verleden van de verzekerde

In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], beroep in cassatie ingesteld tegen de arresten van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 25 juni 2019 en 22 december 2020. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat H. Boom, heeft de Hoge Raad verzocht om de eerdere uitspraken te herzien. De verweerder, ASR Schadeverzekering N.V., vertegenwoordigd door advocaat L.V. van Gardingen en C. Sprik, heeft een verweerschrift ingediend met het verzoek om het cassatieberoep te verwerpen. De Advocaat-Generaal T. Hartlief heeft in zijn conclusie eveneens geadviseerd om het cassatieberoep te verwerpen.

De Hoge Raad heeft het procesverloop in feitelijke instanties in acht genomen, waarbij verwezen wordt naar eerdere vonnissen van de rechtbank Midden-Nederland en arresten van het gerechtshof. De Hoge Raad heeft de klachten van eiser over de arresten van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de eerdere arresten. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep van eiser verworpen en eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 7.086,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan. Het arrest is uitgesproken op 15 juli 2022 door de raadsheren C.E. du Perron, F.R. Salomons, K. Teuben en H.M. Wattendorff.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer21/01262
Datum15 juli 2022
ARREST
In de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
hierna: [eiser],
advocaat: H. Boom,
tegen
ASR SCHADEVERZEKERING N.V.,
gevestigd te Utrecht,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: ASR,
advocaat: L.V. van Gardingen.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
de vonnissen in de zaak C/16/356569/ HA ZA 13-862 van de rechtbank Midden-Nederland van 29 januari 2014 en 21 januari 2015;
de arresten in de zaak 200.169.485 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 30 januari 2018, 25 juni 2019 en 22 december 2020.
[eiser] heeft tegen de arresten van het hof van 25 juni 2019 en 22 december 2020 beroep in cassatie ingesteld.
ASR heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor ASR toegelicht door haar advocaat, en mede door C. Sprik.
De conclusie van de Advocaat-Generaal T. Hartlief strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de arresten van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die arresten. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van ASR begroot op € 7.086,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris , vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien [eiser] deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren C.E. du Perron, als voorzitter, F.R. Salomons en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer H.M. Wattendorff op
15 juli 2022.