In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gaat het om de tijdigheid van het hoger beroep van de vrouw in twee zaken met betrekking tot zorgregeling en ouderlijk gezag. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. K.R. Koopman, had hoger beroep ingesteld tegen beschikkingen van de rechtbank Overijssel, die op 30 juni 2020 waren uitgesproken. Het hof ontving het beroepschrift op 1 oktober 2020, een dag na het verstrijken van de termijn van drie maanden voor het indienen van hoger beroep. De vrouw stelde dat zij het beroepschrift op 28 september 2020 ter post had bezorgd, maar het hof oordeelde dat de datum van ontvangst bij het hof bepalend is voor de tijdigheid. De vertraging in de bezorging, die volgens het track & trace-systeem van Post.nl op 'bezorgd' had gestaan, werd niet als verschoonbare overschrijding van de termijn beschouwd. Het hof benadrukte dat rechtsmiddelentermijnen van openbare orde zijn en strikt moeten worden nageleefd. Aangezien de vrouw niet tijdig in hoger beroep was gekomen, verklaarde het hof haar niet-ontvankelijk in haar verzoeken in beide zaken. De man, die incidenteel hoger beroep had ingesteld, werd eveneens niet-ontvankelijk verklaard omdat het principaal hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard. De beschikking werd uitgesproken op 17 december 2020.