2.7.De raad van de gemeente Ommen (hierna: de gemeenteraad respectievelijk de gemeente) heeft in de openbare vergadering van 3 december 2015 de Verordening forensenbelasting 2016 (hierna: de Verordening) vastgesteld. De Verordening is bekend gemaakt in het Gemeenteblad van de gemeente van 22 december 2015, nr. 1500861. De Verordening is in werking getreden op 30 december 2015 en van kracht tot 1 januari 2018. In de Verordening is – voor zover van belang – het volgende bepaald:
“
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning:
een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet (…).
Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht
1. Onder de naam “'forensenbelasting” wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.
2. Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
1. De belasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelastingen zoals die voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld.
2. In geval geen heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen is vastgesteld, wordt de belasting geheven naar de waarde.
3. De vaststelling van de waarde bedoeld in het tweede lid geschiedt overeenkomstig de artikelen 220 tot en met 220d van de Gemeentewet, met dien verstande dat daarbij artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken niet wordt toegepast.
4. De forensenbelasting bedraagt per jaar voor een in artikel 1 bedoelde gemeubileerde woning en
a. die deel uitmaakt van een belastingobject waarvan de waarde in het economisch verkeer is vastgesteld met toepassing van artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken € 227,-.
b. waarvan de waarde in het economisch verkeer niet is vastgesteld met toepassing van artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken met een waarde in het economisch verkeer en waarvan de waarde in het economisch verkeer:
1.
minder is dan € 60.000,-
€
761,-
2.
€ 60.000,- of meer, maar minder dan € 100.000,-
€
1.033,-
3.
€ 100.000,- of meer, maar minder dan € 140.000,-
€
1.330,-
4.
€ 140.000,- of meer
€
1.632,-
Artikel 6 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 11 Inwerkingtreding
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.