Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen.
4.Gronden
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep ongegrond, en
- bevestigt de uitspraak van de Rechtbank.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West Brabant over een aanslag forensenbelasting die aan de belanghebbende is opgelegd. De belanghebbende, eigenaar van een gemeubileerde woning op vakantiepark [C], heeft de woning in 2013 voor 67 dagen gereserveerd, maar de Heffingsambtenaar stelt dat de woning meer dan 90 dagen voor de belanghebbende en zijn gezin beschikbaar was. De belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslag, maar dit werd ongegrond verklaard door de Heffingsambtenaar en later ook door de Rechtbank. De belanghebbende stelt dat hij de woning niet meer dan 90 dagen voor eigen gebruik beschikbaar heeft gehouden, terwijl de Heffingsambtenaar betoogt dat de woning, ondanks de verhuur, voor meer dan 90 dagen beschikbaar was voor de belanghebbende en zijn gezin. De zitting vond plaats op 12 januari 2017, waarbij de belanghebbende niet aanwezig was. Het Hof oordeelt dat de uitnodiging voor de zitting op de juiste wijze is verzonden en dat de aanslag forensenbelasting terecht is opgelegd. Het Hof bevestigt de uitspraak van de Rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.