Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Almelo(hierna: de Inspecteur)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarin de rechtbank het beroep ongegrond verklaarde. De zaak betreft een 'Verklaring betalingsonmacht' die aan belanghebbende is afgegeven, waarin een verlies op beleggingen in durfkapitaal van € 20.000 is vastgesteld. Belanghebbende had eerder een lening van € 20.000 verstrekt aan de heer [A], die als durfkapitaal werd aangemerkt. Later heeft belanghebbende een aanvullende lening van € 5.000 verstrekt, maar deze was niet geregistreerd bij de Belastingdienst. De Inspecteur heeft het bezwaar tegen de beschikking ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep.
Tijdens de zitting op 5 september 2019 heeft het Hof de argumenten van beide partijen gehoord. Belanghebbende stelt dat het verlies uit durfkapitaal hoger is dan € 20.000 en dat de aanvullende lening en de schuldig gebleven rente als durfkapitaal moeten worden aangemerkt. De Inspecteur betwist dit en stelt dat alleen verliezen op vóór 1 januari 2011 verstrekte leningen in aanmerking komen voor aftrek. Het Hof oordeelt dat de geldverstrekkingen na deze datum zijn gedaan en dat de voorwaarden voor aftrek niet zijn vervuld. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en stelt dat het verlies uit durfkapitaal terecht op € 20.000 is vastgesteld.
De uitspraak van het Hof is gedaan door een meervoudige belastingkamer en is openbaar uitgesproken. Beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.