Uitspraak
1.Pointer Rijwielen B.V.,
Pointer c.s.,
1.Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek,
de Fondsen,
1.Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek,
de Fondsen,
[geïntimeerde],
1.De procedure in eerste aanleg
2.De procedures in hoger beroep
zaak Ivorderen Pointer c.s. dat de bestreden vonnissen worden vernietigd, de vorderingen van de Fondsen alsnog worden afgewezen en de Fondsen, uitvoerbaar bij voorraad, worden veroordeeld tot terugbetaling van hetgeen ter uitvoering van het eindvonnis is betaald, te vermeerderen met rente en onder veroordeling van de Fondsen in de proceskosten van beide instanties, met nakosten en rente.
zaak Ihebben de Fondsen, zeer verkort weergegeven, gevorderd de bestreden vonnissen te vernietigen voor zover hun vorderingen zijn afgewezen en in zoverre opnieuw rechtdoende, voor zover mogelijk bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren arrest:
primairover de periode 1992 - maart 2017: € 1.798.206,50;
subsidiairover de periode 2002 - maart 2017: € 1.270.422,42;
meer subsidiairover de periode 2008 - maart 2017: € 753.543,75,
zaak IIvorderen de Fondsen, eveneens kort weergegeven, dat de bestreden vonnissen, voor zover gewezen tussen de Fondsen als eiseressen en [geïntimeerde] als gedaagde, worden vernietigd en dat bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard arrest, onder de voorwaarde dat een of meer van de vennootschappen van Pointer c.s. (waarvan [geïntimeerde] directeur-grootaandeelhouder is) onder de werkingssfeer van de bedrijfstakregelingen in de Metaal en Techniek vallen:
zaak IIgevorderd de bestreden vonnissen van de kantonrechter alsnog te vernietigen, de vordering van de Fondsen af te wijzen en de Fondsen, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen in de proceskosten.
3.De feiten in beide zaken
“Geen functies in de metaal!! uren variabel”en de brief geretourneerd aan Mn Services. Mn Services heeft Pointer Holding daarop bij brief van 29 juni 2002 medegedeeld:
“In 2004-2005 is de metaal afdeling bij Pointer Rijwielen (...) reeds ontmanteld. Het personeel is door natuurlijk verloop
Over de periode 2004 t/m 2011 zijn er bij onze onderneming geen werknemers in dienst geweest. Pointer Beheer (...) is een beheermaatschappij van onroerend goed e.d, is zelfstandig en heeft niets te maken met metaal en techniek, of andere ondernemingen.”
“Pointer Rijwielen (...) is reeds vanaf 2004 geen onderneming meer geweest in de Metaal en Techniek, doch een Groothandel, daar in 2004 de metaalafdeling is ontmanteld. Het personeel is hoofdzakelijk op natuurlijk verloop verdwenen, doch met uitzondering van 4 werknemers die nergens aan wilden meewerken en een hoop onnodige ellende hebben teweeggebracht, waar uw cliënten gretig aan hebben meegedaan. Vanaf 2004 zijn er geen vakkrachten in de metaal meer in dienst geweest. De vier dwarsliggers hebben vanaf 2004 groothandelswerkzaamheden gedaan en verricht. Van 2004 tot 31-12-2011 zijn door uw fondsen onverschuldigde premies berekend en ontvangen. Deze dienen aan ons terugbetaald te worden. Vanaf 01-01-2012 zijn bij onze onderneming geen werknemers meer in dienst en komen er in de toekomst ook niet.”
“Kies een Pointer: degelijke kwaliteit uit Friesland...” en “Pointer gebruikt voor al haar modellen uitsluitend onderdelen en accessoires van de beste merken en - kwaliteit, meestal van Nederlands, Europees of Japans fabrikaat.” Op 23 juli 2013 stond op de homesite: “Kies dus een Pointer: degelijke kwaliteit uit Friesland, goede onderdelen en accessoires van de beste
4.De vordering en beoordeling door de kantonrechter
5.De beoordeling in hoger beroep
ongeacht dus of deze werknemers gedurende al hun arbeidsuren bij deze werkzaamheden zijn betrokken(cursivering hof) en daarna dient een vergelijking te worden gemaakt met het totale aantal overeengekomen arbeidsuren van de in dienst zijnde werknemers die betrokken zijn bij werkzaamheden uitgeoefend in enige andere tak van bedrijf. De Bedrijfstakregelingen zijn van toepassing als het aantal overeengekomen arbeidsuren van de eerstgenoemde groep groter is dan die van de laatstgenoemde groep.
bewustonjuist hebben geïnformeerd.
grief 2 in incidenteel hoger beroep. Dit heeft tot gevolg dat het hof zal moeten beoordelen of Pointer Holding, in aanvulling op wat onder 5.8 is geoordeeld, ook al vóór 1 januari 2002 moet worden aangemerkt als ‘werkgever in de Metaal en Techniek’. Op deze vraag komt het hof onder 5.18 terug.
grief 3 in incidenteel beroepis terecht opgeworpen.
grief 4 in principaal hoger beroep.
grief 4 in incidenteel hoger beroepwaarmee zij betoogden dat de dwangsommen ten onrechte zijn gematigd en gemaximeerd.
grief 2 in incidenteel beroepook aan de orde stelt, aangemerkt konden worden als ‘werkgever in de Metaal en Techniek’. Pointer c.s. hebben, hoewel het voor die kwalificatievraag vooral aankomt op gegevens uit hun domein die niet beschikbaar zijn voor de Fondsen, hun verweer dat zij niet zo’n werkgever zijn, niet gemotiveerd met feiten waaruit dat blijkt. Ook in hoger beroep stelt Pointer Holding zich nog ten onrechte op het standpunt dat zij pas na aansluiting informatie verschuldigd is (zie 5.12). Het hof is van oordeel dat op Pointer c.s. een verzwaarde stelplicht rustte ten aanzien van hun betwisting. Daaraan hebben zij niet voldaan.
grief 5 in incidenteel hoger beroep, van de overige grieven in zaak I (te weten grief 5 in principaal hoger beroep en grief 1 in incidenteel hoger beroep) en de beoordeling van
zaak IIaanhouden in afwachting van eventuele bewijslevering door Pointer c.s. en de van de Fondsen verlangde stukken en schriftelijke toelichting, waarop Pointer c.s. vervolgens desgewenst bij antwoordakte mogen reageren.
6.De beslissing
12 november 2019voor akte van de Fondsen waarbij zij de onder 5.25 bedoelde artikelen in de Uitvoeringsreglementen overleggen en waarin zij kunnen reageren op de aan hen gestelde vragen in de laatste zin van 5.26;
12 november 2019in het geding dienen brengen,