Tussen partijen staat vast dat zij begin augustus 2018 nog met elkaar in onderhandeling waren over de uitwerking van een akkoord op hoofdlijnen, welke uitwerking op zich liet wachten. Het verstekarrest, aanvankelijk bepaald op 19 juni 2018 en toen aangehouden tot 28 augustus 2018, werd echter (alsnog vervoegd) op 31 juli 2018 gewezen en doorkruiste de onderhandelingen.
[appellant 2] heeft bij gelegenheid van de pleidooien desgevraagd het volgende verklaard.
Hij heeft op 3 augustus 2018 begrepen dat er arrest was gewezen, gepubliceerd op rechtspraak.nl. Hij heeft het arrest op 6 augustus 2018 op rechtspraak.nl opgezocht en gezien dat het ging om ongeveer twee of drie bladzijden die suggereerden dat er een uitspraak was geweest. Maar daarvan kon hij, gezien de juridische taal, geen chocola maken. Hij heeft het aan zijn advocaat gemaild maar die bleek op vakantie. Hij heeft het besproken met zijn rechterhand [persoon 2] (van Login) die op 6 augustus 2018 of de woensdag erna (8 augustus, hof) telefonisch heeft gesproken met [persoon 1] (van Waste Products). [persoon 2] heeft dit telefoongesprek toen aan hem, [appellant 2] , samengevat in die zin dat er een uitspraak was geweest maar dat afspraak afspraak was.
[appellant 2] ontkent de verklaring van [persoon 1] ter zitting dat zij elkaar in die dagen (op 7 augustus 2018) telefonisch hebben gesproken en dat [appellant 2] daarbij zeker wist en toen met hem, [persoon 1] , heeft besproken dat het beslag door het verstekarrest was herleefd.
Deze verklaringen zijn dus tegenstrijdig. De e-mail van de toenmalige advocaat van Login c.s. 28 augustus 2017 (productie 39 van Waste Products c.s.) over diverse telefonische contacten tussen partijen in het begin van die maand brengt hierin vanwege de daarin enkel vermelde contactmomenten geen wezenlijke verandering. Evenmin is doorslaggevend de e-mail van [appellant 2] van 8 augustus 2018 waarbij hij, in de optiek van Waste Products c.s. ineens snel, een kladversie van de concept-vaststellingsovereenkomst (productie 12 bij akte van Waste Products c.s. van 18 september 2018) heeft ingezonden. Daarin komt immers geen verwijzing naar het verstekarrest voor.
Aldus hebben Waste Products c.s., op wie ter zake stelplicht en in kort geding de plicht om aannemelijk te maken rust, naar het oordeel van het hof onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de hoofdinhoud van het verstekarrest (de gedeeltelijke vernietiging van de opheffing van conservatoire beslagen met de herleving van die beslagen als gevolg) destijds voldoende tot [appellant 2] was doorgedrongen. Ook onvoldoende aannemelijk is geworden dat in die dagen een telefoongesprek tussen [appellant 2] en [persoon 1] heeft plaatsgevonden, laat staan dat dit ging over een, tot [appellant 2] doorgedrongen, inhoud van het verstekarrest. Uit het gestelde over het telefoongesprek tussen [persoon 1] en [persoon 2] kan evenmin worden geconcludeerd tot een daad van bekendheid van Login c.s.
Tegen deze achtergrond moet het belang van Login c.s. bij toegang tot de rechter ter verwezenlijking van het beginsel van hoor en wederhoor prevaleren boven het belang van Waste Products c.s. bij een onherroepelijke veroordeling.
Het verzet is dus ontvankelijk.