Uitspraak
[appellant],
1.de publiekrechtelijke rechtspersoon Waterschap Vechtstromen,
het Waterschap,
2. [geïntimeerde2] ,
[geïntimeerde2],
het Waterschap c.s.,
3. Rederij [vennoten] v.o.f.,
[vennoten] c.s.,
4.Coöperatieve Rabobank U.A.,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
- het oproepingsexploot ex artikel 118 Rv,
2.De vaststaande feiten
krijgt rechten van weg over perceel 1[perceelnummer 7169 van [geïntimeerde2] , toevoeging hof]
en wel van en naar de dam voor perceel 1 bij de provinciale weg, alsmede vanaf ongeveer het midden van de ongeveer Westzijde van perceel 2 naar de oude Vechtarm en vandaar langs die oude Vechtarm naar de meest Westelijke zijde van perceel 1, komende het onderhoud van laatstgemelde weg en bedoelde dam voor rekening van de eigenaren der percelen 1 en 2 en het onderhoud van eerstbedoelde weg ten laste van de eigenaar van perceel 2, welke rechten worden gevestigd als erfdienstbaarheden ten bate van perceel 2 als heersend erf en ten laste van perceel 1 als lijdend erf[hierna: de erfdienstbaarheid, toevoeging hof]
”.
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De beoordeling van de grieven en de vordering
€ 111.618,01, en meer subsidiair, voor zover de systematiek van artikel 50 Ow toepassing mist, het Waterschap c.s. te veroordelen in de proceskosten.