Uitspraak
[appellant],
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde1],
[geïntimeerde2],
[geïntimeerden],
1.Het geding in eerste aanleg
14 juni 2017, 22 augustus 2017 en 13 februari 2018 die de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, heeft gewezen.
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
[appellant] . Voorafgaand aan het sluiten van de koopovereenkomst en voordat de kadastrale kaart bij [appellant] bekend was, heeft [appellant] de te kopen percelen met [geïntimeerden] bezichtigd. Op het bij [D] in gebruik zijnde deel van het perceel A 5685 stond toen rommel. [geïntimeerden] heeft, met zijn rug daarnaar toe gekeerd met armgebaren aangegeven dat slechts het voor hem liggende bosperceel te koop werd aangeboden.
5.1. Tot zekerheid voor de nakoming van de verplichtingen van koper zal deze uiterlijk op
30 augustus een schriftelijke door een bankinstelling afgegeven bankgarantie doen stellen voor een bedrag van € 15.000,00, zegge vijftienduizend euro (...)
.
6.11. Verschil tussen de opgegeven en de werkelijke grootte verleent aan geen der partijen enig recht. (...)
Bij ontbinding van de koopovereenkomst op grond van toerekenbare tekortkoming zal de nalatige partij ten behoeve van de wederpartij een zonder rechterlijke tussenkomst terstond opeisbare boete van 10% van de koopsom verbeuren, onverminderd het recht op aanvullende schadevergoeding, indien de daadwerkelijke schade hoger is dan de onmiddellijk opeisbare boete, en onverminderd vergoeding van kosten van verhaal.(...)
[appellant] heeft op 29 september 2016 het volgende per e-mail aan [geïntimeerden] geschreven:
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De beoordeling van de grieven en de vordering
Grief Iis gericht tegen het oordeel van de kantonrechter dat geen sprake is van dwaling, bedrog of non-conformiteit.
Grief IIis gericht tegen het oordeel van de kantonrechter dat [appellant] er niet vanuit mocht gaan dat [geïntimeerden] in zijn leveringsverplichting tekort zou schieten.
Grief IIIhoudt in dat de kantonrechter de contractuele boete ten onrechte niet heeft gematigd.
A 5099 en A 5685 aan hem zijn verkocht, maar dat laatstgenoemd perceel niet aan hem geleverd kon worden omdat 300m2 daarvan bij [D] in gebruik was en door [geïntimeerden] aan [D] zou worden geleverd.
[appellant] de koopovereenkomst zelf heeft opgesteld. Ter gelegenheid van de comparitie van partijen in eerste aanleg heeft hij verklaard dat hij ervan uit ging dat de in de koopovereenkomst vermelde percelen aan hem zouden worden geleverd en dat hij daarover verder geen vragen heeft gesteld. De kadastrale kaart was hem ten tijde van het ondertekenen van de koopovereenkomst in juli 2016 niet bekend; hij heeft aangegeven dat hij de tekeningen pas in september van dat jaar heeft ontvangen. Gesteld noch gebleken is dat partijen bij de totstandkoming van de overeenkomst zijn bijgestaan door juridisch deskundige raadslieden. Als onweersproken staat tussen partijen vast dat zij het te (ver)kopen perceel voorafgaand aan het sluiten van de koopovereenkomst gezamenlijk hebben bezichtigd, dat het 300m2 grote deel van perceel A 5685 toen bij [D] in gebruik was en dat daar rommel stond, terwijl de rest van het kadastrale perceel bestond uit een bosperceel. Eveneens staat als onweersproken vast dat [geïntimeerden] [appellant] bij die gelegenheid, staande met de rug naar het bij [D] in gebruik zijnde deel van het perceel, met armgebaren heeft aangeduid dat alleen het voor hem liggende bosperceel te koop werd aangeboden.
Het hof is van oordeel dat [appellant] in het licht van die vaststaande feiten en omstandigheden aan de bepalingen van de (door hemzelf opgestelde) overeenkomst redelijkerwijs niet die betekenis mocht toekennen dat het kleine gedeelte van perceel A 5685 dat bij [D] in gebruik was deel uitmaakte van het aan hem verkochte perceel.
Voor zover het betoog van [appellant] inhoudt dat hij heeft gedwaald omtrent de oppervlakte van het door hem gekochte perceel is bovendien van belang dat het deel van perceel A 5685 dat bij [D] in gebruik was minder dan 1% daarvan uitmaakt, terwijl in de door [appellant] zelf opgestelde koopovereenkomst onder 6.11 is opgenomen dat verschil tussen de opgegeven en de werkelijke grootte aan geen der partijen enig recht verleent.
6.De slotsom
€ 1.074,-(1 punt x tarief II)