Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Utrecht(hierna: de Inspecteur)
[Z](hierna: belanghebbende)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Vaststaande feiten
Opgaaf Startende onderneminginvullen.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 april 2019 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de inspecteur van de Belastingdienst tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De zaak betreft de niet-ontvankelijkheid van bezwaren van belanghebbende, een zelfstandig psycholoog, tegen de voldoening van omzetbelasting over de jaren 2013 en 2014. De inspecteur had de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze te laat waren ingediend. De rechtbank had de bezwaren van belanghebbende echter gegrond verklaard en de inspecteur gelast om teruggaaf van de omzetbelasting te verlenen.
Het Hof heeft vastgesteld dat belanghebbende te laat bezwaar heeft gemaakt en dat hij niet op de hoogte was van de verplichting om binnen zes weken bezwaar te maken tegen iedere voldoening van omzetbelasting. Belanghebbende stelde dat de inspecteur hem niet had geïnformeerd over deze mogelijkheid, waardoor het misverstand voor rekening van de inspecteur zou moeten komen. Het Hof oordeelde echter dat belanghebbende, als ondernemer, redelijkerwijs op de hoogte had moeten zijn van deze verplichting. De inspecteur had belanghebbende in een eerdere brief al geïnformeerd over de wijze van bezwaar maken.
Uiteindelijk heeft het Hof geoordeeld dat er geen sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding en dat de inspecteur de bezwaren van belanghebbende terecht niet-ontvankelijk had verklaard. De uitspraak van de rechtbank is vernietigd en het beroep van belanghebbende is ongegrond verklaard. Er is geen aanleiding voor vergoeding van griffierecht of proceskosten.