ECLI:NL:GHARL:2019:291
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid advocaat voor pensioenschade door beroepsfout in ontbindingsprocedure
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van een advocaat voor de pensioenschade van zijn cliënt, [appellant], die zich tot de advocaat heeft gewend in verband met een arbeidsgeschil. [appellant] was sinds 1978 werkzaam voor de coöperatieve vereniging Verenigde Bloemenveilingen Aalsmeer B.A. en had een pensioenregeling die door verschillende pensioenuitvoerders werd beheerd. Na een ziekmelding in 1999 en een daaropvolgende WAO-uitkering, heeft [appellant] de advocaat, [geïntimeerde], ingeschakeld om hem bij te staan in een ontbindingsprocedure van zijn arbeidsovereenkomst. De rechtbank Midden-Nederland heeft in eerste aanleg de vorderingen van [appellant] afgewezen, onder andere op basis van de klachtplicht uit artikel 6:89 BW. Het hof heeft in hoger beroep de grieven van [appellant] verworpen en het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Het hof oordeelde dat [appellant] niet tijdig had geklaagd over de beroepsfout van [geïntimeerde] en dat er geen causaal verband was tussen de beroepsfout en de schade. De advocaat had niet hoeven rekening te houden met een toekomstige verhoging van het arbeidsongeschiktheidspercentage, aangezien dit niet aannemelijk was. Het hof concludeert dat de vorderingen van [appellant] dienen te worden afgewezen en dat hij in de kosten van het hoger beroep wordt veroordeeld.