Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in het principaal hoger beroep,
verweerster in het incidenteel hoger beroep,
verweerder in het principaal hoger beroep,
verzoeker in het incidenteel hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- een journaalbericht van mr. Helmantel van 19 juli 2018 met productie(s);
- een journaalbericht van mr. Helmantel van 3 januari 2019 met productie(s);
- een journaalbericht namens mr. Seip van 14 januari 2019 met productie(s) waaronder mede
3.Feiten
4.De omvang van het geschil
In het principaal hoger beroep:
alsnog te beslissen op de verzoeken van de man tot nihilstelling dan wel afbouw dan wel
limitering van zijn onderhoudsverplichting jegens de vrouw;
In het incidenteel hoger beroep:
onderhoudsverplichting van de man jegens de vrouw en deze te bepalen op 1 januari 2015
dan wel een door het hof in goede justitie te bepalen datum;
partneralimentatie vanaf het moment van de beëindiging van de onderhoudsverplichting
dan wel de nihilstelling;
aanleg als in hoger beroep.
5.De motivering van de beslissing
€ 16.314,- met de aftrekpost in verband met de hypothecaire geldlening voor de eigen woning). Dit wijkt overigens af van de aangiften IB 2015 (€ 15.275,-) en 2016 (€ 13.028,-).
6.De slotsom
7.De beslissing
1 januari 2015 op nihil;
S. Rezel, leden, bijgestaan door mr. A.J.Th. Harkema als griffier en is op 26 maart 2019 in het openbaar uitgesproken.