Uitspraak
Univé,
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde1],
[geïntimeerde2],
[geïntimeerden] c.s.,
3.[B] ,
[de derde partij] c.s.,
1.Het verdere verloop van het geding
2.De vaststaande feiten
Voorwaarden Aansprakelijkheidsverzekering Particulier (AVP) 6
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De grieven en de beoordeling daarvan
grief Ien
grief IIbetoogt Univé kort gezegd dat er geen dekking is voor de schade als gevolg van het steekincident op 10 maart 2012, omdat haar een beroep toekomt op de wapenclausule in de polisvoorwaarden. Deze grieven lenen zich voor gezamenlijk behandeling.
in verband met het bezit of gebruik van wapens". Wapens zijn in de 'Voorwaarden Aansprakelijkheidsverzekering Particulier (AVP 6)' gedefinieerd als wapens volgens de wet Wapens en Munitie. Tussen partijen is niet in geschil dat het vlindermes waarmee [geïntimeerde1] op 10 maart 2012 is gestoken, kwalificeert als een wapen in hiervoor bedoelde zin.
veroorzaaktdoor een wapen van dekking is uitgesloten, zoals Univé betoogt. Met de woorden 'het bezit of gebruik van' wordt naar het oordeel van het hof op zijn minst de suggestie gewekt dat het wapen waardoor de schade is veroorzaakt in bezit is van of gebruikt is door de aansprakelijke persoon. Reeds hieruit volgt dat het voor een normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde consument niet duidelijk hoefde te zijn dat schade veroorzaakt door een wapen hoe dan ook van dekking is uitgesloten. Verder neemt het hof in aanmerking dat blijkens (de toelichting op) de opzetclausule de gedragingen van een kind tot en met 13 jaar niet worden toegeschreven aan de verzekerde ouder (en dat daarmee de opzetclausule niet van toepassing is op gedragingen van een kind tot en met 13 jaar). Weliswaar geldt deze toelichting enkel voor de opzetclausule, maar mede tegen de achtergrond van die toelichting behoefde het naar het oordeel van het hof voor de gemiddelde consument bij lezing van de polisvoorwaarden niet duidelijk en begrijpelijk te zijn dat enkel vanwege het ontbreken van een gelijksoortige toelichting bij de wapenclausule dekking van schade bij gebruik van een wapen door een kind tot en met 13 jaar, op grond van de wapenclausule categorisch wordt uitgesloten. Tegen deze achtergrond behoefde het voor [de derde partij] c.s. bij de totstandkoming van de overeenkomst niet duidelijk en begrijpelijk te zijn geweest dat schade veroorzaakt door het bezit of gebruik van een wapen door hun dertienjarige zoon van dekking zou zijn uitgesloten, indien henzelf (als verzekerde ouders) ter zake dat bezit of gebruik geen enkel verwijt valt te maken. Aldus bestaat er twijfel over de betekenis van het beding. Gelet op deze twijfel dient de voor [de derde partij] c.s. gunstigste uitleg te prevaleren. Het hof zal daarvan in zijn verdere beoordeling dan ook uitgaan. Het enkele feit dat [de derde partij] c.s. zich mogelijk aanvankelijk niet hebben verzet tegen het standpunt van Univé leidt niet tot een ander oordeel. De stellingen van Univé als weergegeven in rov. 4.7 stuiten op het voorgaande af.
grief IIIvoert Univé aan dat de uitkeringsplicht beperkt is tot het verzekerde bedrag van € 2.500.000,- per gebeurtenis. Zij verwijst in dat kader naar het door haar overgelegde polisblad. Nu [geïntimeerden] c.s. en [de derde partij] c.s. deze stelling van Univé niet hebben betwist en het hof ook niet is gebleken van de onjuistheid daarvan, slaagt de grief in zoverre. De overige in grief III aangevoerde gronden heeft Univé bij, ter zitting overgelegde, brief van 20 september 2019 ingetrokken. Het hof zal deze om die reden buiten beschouwing laten.