Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
met bestaande dan wel speciaal hiervoor opgerichte ondernemingen, in de vorm van besloten vennootschappen, een constructie van besloten vennootschappen vorm te geven, met in de naam (telkens) een reeds bestaande horecaformule en/of een deel van de naam van een bekende onderneming binnen het [bedrijf 1] en/of vallend binnen het stelsel van besloten vennootschappen van [bedrijf 2] (verder te noemen [bedrijf 2] ); en/of
middels deze constructie van besloten vennootschappen, bij de ABN AMRO bank N.V. (verder te noemen ABN AMRO bank) te doen voorkomen dat verdachte en/of zijn medeverdachte(n) (in)direct als franchisegever fungeerden voor diverse franchisenemers, te weten diverse (bestaande) horecagelegenheden; en/of
te doen voorkomen dat ten behoeve van deze franchiseverhouding(en) een automatische incasso en/of een incassocontract noodzakelijk was voor het innen van een gebruikersvergoeding en/of een franchisevergoeding en/of een reclamevergoeding en/of een pachtsom bij de franchisenemer(s), dan wel een andere vergoeding betrekking hebbend op de franchiseverhouding; en/of
op naam van één of meer van deze besloten vennootschappen, 22 althans één of meer rekeningen bij de Postbank N.V. (thans ING-bank N.V., verder te noemen Postbank) te openen (D-0257); en/of
te doen voorkomen bij de ABN AMRO bank dat de franchisenemer(s) de rekening(en) had(den) geopend en/of die geopende rekeningen aanhielden bij de Postbank en daarbij niet te vertellen dat verdachte en/of zijn medeverdachte(n) (zelf) deze rekening(en) heeft/hebben geopend en/of dat verdachte en/of zijn mededader(s) deze rekening(en) in beheer had(den); en/of
op naam van één of meer van deze besloten vennootschappen, 27 en/of 16, althans één of meer, rekening(en) bij de ABN AMRO bank (D-0232) te openen met een incassofaciliteit, althans een mogelijkheid tot automatische incasso op de onder d genoemde rekening(en) bij de Postbank; en/of
aan de ABN AMRO bank (een) incassocontract(en) te overleggen (als ware deze) van de Rabobank Noord-Oost Veluwe (thans Rabobank Noord-Veluwe, verder te noemen Rabobank) en/of met deze/dit incassocontract(en) van de Rabobank, de ABN AMRO bank te laten zien dat verdachte en/of zijn mededader(s), al dan niet via een besloten vennootschap, hiermee de gebruikersvergoeding en/of de franchisevergoeding en/of reclamevergoeding en/of overige betalingsverplichtingen van franchisenemers, incasseerden bij de Rabobank en dit wilden voortzetten bij de ABN AMRO bank, wetende dat bestaande franchisenemers (vrijwel) nooit facturen zouden krijgen met hierop vermelding van een ABN AMRO bankrekening en/of (vrijwel) nooit zelf gelden zouden storten op een ABN AMRO bankrekening en/of er (vrijwel) nooit gelden van de franchisenemers zouden worden ontvangen op de ABN AMRO bankrekeningen; en/of
16 althans één of meer incassocontracten, af te sluiten met de ABN AMRO bank, waarbij gebruik werd gemaakt van de incassofaciliteiten met "automatisch herhaald aanbieden", waardoor het te incasseren bedrag door de ABN AMRO zelf, al dan niet middels tussenkomst van Equens, vooruitlopend op het slagen van de incasso, althans op voorschotbasis, (telkens) reeds op één van voornoemde ABN AMRO rekening(en) werd gestort: en/of
(telkens) bedragen, in elk geval enig bedrag dat werd ontvangen op de ABN AMRO bankrekening(en) direct, althans binnen vijf dagen door te storten naar een bankrekening van verdachte en/of zijn mededader(s) en/of naar een bankrekening van (een) aan verdachte en/of zijn mededader(s) gelieerde rechtsperso(o)n(en) en/of natuurlijke perso(o)n(en); en/of
in deze periode van vijf (werk)dagen een nieuwe incasso te laten plaatsvinden zodat de door de ABN AMRO bank geactiveerde stornering van het eerder op voorschotbasis betaalde bedrag mogelijk werd gemaakt; en/of
bovengenoemde handelingen vermeld onder i en j, dagelijks, althans (zeer) regelmatig in een bepaald patroon, te herhalen, waardoor de kans zo klein mogelijk gehouden werd dat de ABN AMRO bank feitelijke aanwezigheid van een debetsaldo kon ontdekken;
niet aangekruist dat verdachte de beschikking/het beheer had over het inkomen en/of vermogen binnen de SPF (Stichting Particulier Fonds) [naam fonds 1] , althans geen kruisje gezet bij vraag 39a (D-0200 en onderdeel 47 van document D-0227) van de aangifte Inkomstenbelasting over het jaar 2007 en/of
geen melding gemaakt van het reguliere voordeel uit aanmerkelijk belang, zoals staat vermeld bij vraag 20 (D-0200 en onderdeel 28 van D-0227) dat verdachte heeft verkregen door de opbrengst van de verkoop van de bij de SPF [naam fonds 1] in bezit zijnde aandelen van [bedrijf 3] en/of [bedrijf 4]
baten niet heeft verantwoord en/of enig goed aan de boedel heeft onttrokken;
niet voldaan heeft aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 3:15i lid 1 Burgerlijk Wetboek, het bewaren en tevoorschijn brengen van boeken, bescheiden en gegevensdragers in dat artikel bedoeld,
niet voldaan heeft aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel(en) 2:10 lid 1 Burgerlijk Wetboek en/of 3:15i lid 1 Burgerlijk Wetboek, het bewaren en tevoorschijn brengen van boeken, bescheiden en gegevensdragers in dat/die artikel(en) bedoeld,
om de complete door de curator gevraagde administratie te overleggen, althans de jaarrekening(en) over het/de ja(a)r(en) 2010 en/of 2011 (D-0632) en/of
om de grootboekkaarten, balansen, bankafschriften en/of jaarafrekeningen van de diverse ondernemingen binnen [bedrijf 5] te overleggen en/of
informatie over de aandelenoverdacht van [bedrijf 5] vlak voor faillissement te overleggen.
Overwegingen met betrekking tot het bewijs
- Ten aanzien van feit 1 heeft de raadsman vrijspraak bepleit, primair omdat de incassoconstructie geen samenweefsel van verdichtsels is dat is opgetuigd met het oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling. Subsidiair heeft de raadsman naar voren gebracht dat ABN AMRO bij het aangaan van de overeenkomsten niet de in het maatschappelijk verkeer vereiste omzichtigheid heeft betracht. Meer subsidiair geldt dat in ieder geval vanaf 20 juni 2008, waardoor partiële vrijspraak zou moeten volgen.
- De raadsman heeft zich aangesloten bij de verweren die zijn gevoerd door de raadsman van medeverdachte [medeverdachte] . Er is geen sprake van het doen van onjuiste aangifte inkomstenbelasting die ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, onder meer omdat de SPF zelfstandig belastingplichtig was en géén andere gronden voor inkomstenbelastingheffing bestaan. Verdachte dient daarom te worden vrijgesproken van feit 2.
- Voor feit 3 en 5 moet verdachte worden vrijgesproken, omdat er geen sprake is geweest van opzet.
- Ten aanzien van feit 4 en 6 heeft de raadsman gesteld dat verdachte niet, althans niet opzettelijk, heeft verzuimd de nodige inlichtingen te verstrekken aan de curatoren.
- begin 2007 is een incassostructuur van ABN-rekeningen en (al dan niet al langer bestaande) Postbankrekeningen opgezet, die – in het begin – was bedoeld ter vervanging van de bestaande incassostructuur die bij de Rabobank was ondergebracht;
- die hiervoor bedoelde structuur heeft uiteindelijk de structuur bij de Rabobank slechts voor een klein deel vervangen;
- bij de [bedrijf 2] -groep bestond behoefte aan extra financiering;
- op enig moment in 2007 is men via de ABN-rekeningen gaan incasseren bij de eigen Postbankrekeningen, dus terwijl verdachte zelf de beschikkingsmacht over die Postbankrekeningen had;
- de Postbankrekeningen zijn maar in zeer beperkte mate gebruikt voor de normale bedrijfsvoering;
- voor het incasseren bij de Postbankrekeningen is geen andere verklaring gegeven dan het op oneigenlijke wijze verschaffen van krediet;
- door de faciliteit Automatisch Herhaald Aanbieden was verdachte in staat in de vijf dagen vóór een stornering geld over te boeken naar een andere rekening en een nieuwe incasso-opdracht te geven;
- de incassobatches zijn precies zó ingediend dat er nooit sprake was van roodstand op de momenten dat ABN AMRO de rekeningen daarop controleerde;
- op 21 januari 2010 was er in totaal € 11.139.958,00 “verdwenen” door interne overboekingen.
- D-0211 (een aandeelhoudersovereenkomst van april 2007 betreffende de hiervoor bedoelde aandelenoverdracht waarin verdachte partij is);
- D-0205 (een letter of intent over de voorgenomen aandelenoverdracht);
- D-0206 (een verklaring bij de letter of intent waarin verdachte en zijn broer toestemming geven aan [betrokkene 2] als bestuurder om de letter of intent namens SPF [naam fonds 1] te ondertekenen);
- D-0220 (een overeenkomst van 7 juli 2010 tussen [betrokkene 1] enerzijds en verdachte en zijn broer anderzijds over het bestuur van SPF [naam fonds 1] , inhoudende dat verdachte en zijn broer onvoorwaardelijk en geheel gerechtigd zijn tot alle revenuen van ondernemingen waarin SPF [naam fonds 1] een belang uitoefent);
- D-0221 (een e-mailbericht van 13 april 2008 over het accorderen van facturen aan [bedrijf 3] en [bedrijf 4] door verdachte);
- D-0222 (een e-mailbericht van 28 juni 2007 waarin gerefereerd wordt aan een afspraak met verdachte en zijn broer over betaling van een deel van de koopsom van de aandelentransactie op rekening van [bedrijf 13] );
- D-0223 (een samenwerkingsovereenkomst ter zake projectmanagement van9 januari 2007, waarbij verdachte als vertegenwoordiger van [bedrijf 4] optreedt);
- D-0224 en D-0225 (e-mailberichten van verdachte over het laten opmaken van een overeenkomst en het tekenen als achterligger van SPF [naam fonds 1] );
- D-0226 (gespreksverslag van 5 maart 2007 betreffende een bespreking op 27 februari 2007 over de voorgenomen aandelentransactie); en
- D-0051 (een pandakte inhoudende dat verdachte aan ABN AMRO in pand geeft de winsten uit vastgoedprojecten waartoe hij gerechtigd is door middel van SPF [naam fonds 1] ).
Bewezenverklaring
door het aannemen van een valse naam of een valse hoedanigheid, en/of
door listige kunstgrepen, en/of
door een samenweefsel van verdichtsels, te weten door:
met bestaandedan wel speciaal hiervoor opgerichteondernemingen, in de vorm van besloten vennootschappen,een constructie van besloten vennootschappen vorm te geven,met in de naam (telkens) een reeds bestaande horecaformule en/of een deel van de naam van een bekende onderneming binnen het [bedrijf 1] en/of vallend binnen het stelsel van besloten vennootschappen van [bedrijf 2] (verder te noemen [bedrijf 2] ); en/of
middels deze constructie van besloten vennootschappen, bij de ABN AMRO bank N.V. (verder te noemen ABN AMRO bank) te doen voorkomen dat verdachte en/of zijn medeverdachte(n) (in)direct als franchisegever fungeerden voor diverse franchisenemers, te weten diverse (bestaande) horecagelegenheden; en/of
te doen voorkomen dat ten behoeve van deze franchiseverhouding(en) een automatische incasso en/of een incassocontract noodzakelijk was voor het innen van een gebruikersvergoeding en/of een franchisevergoeding en/of een reclamevergoeding en/of een pachtsom bij de franchisenemer(s), dan wel een andere vergoeding betrekking hebbend op de franchiseverhouding; en/of
op naam van één of meer van deze besloten vennootschappen, 22althans één of meerrekeningen bij de Postbank N.V. (thans ING-bank N.V., verder te noemen Postbank) te openen(D-0257); en/of
te doen voorkomen bij de ABN AMRO bank dat de franchisenemer(s) de rekening(en) had(den) geopend en/of die geopende rekeningen aanhielden bij de Postbank en daarbij niet te vertellen dat verdachteen/of zijn medeverdachte(n)(zelf) deze rekening(en) heeft/hebbengeopend en/of dat verdachteen/of zijn mededader(s)deze rekening(en)in beheer had(den); en/of
op naam van één of meer van deze besloten vennootschappen, 27 en/of16, althans één of meer,rekening(en)bij de ABN AMRO bank(D-0232)te openen met een incassofaciliteit, althans een mogelijkheid tot automatische incassoop de onder d genoemde rekening(en)bij de Postbank; en/of
aan de ABN AMRO bank(een)incassocontract(en)te overleggen(als ware deze)van de Rabobank Noord-Oost Veluwe (thans Rabobank Noord-Veluwe, verder te noemen Rabobank) en/ofmetdeze/dit incassocontract(en)van de Rabobank, de ABN AMRO bank te laten zien dat verdachteen/of zijn mededader(s), al dan nietvia een besloten vennootschap, hiermee de gebruikersvergoeding en/of de franchisevergoeding en/of reclamevergoeding en/of overige betalingsverplichtingen van franchisenemers, incasseerdenbij de Rabobank en dit wildenvoortzetten bij de ABN AMRO bank,wetende dat bestaande franchisenemers (vrijwel) nooit facturen zouden krijgen met hierop vermelding van een ABN AMRO bankrekening en/of (vrijwel) nooit zelf gelden zouden storten op een ABN AMRO bankrekening en/of er (vrijwel) nooit gelden van de franchisenemers zouden worden ontvangen op de ABN AMRO bankrekeningen; en/of
16althans één of meerincassocontracten,af te sluiten met de ABN AMRO bank, waarbij gebruik werd gemaakt van de incassofaciliteiten met "automatisch herhaald aanbieden", waardoor het te incasseren bedrag door de ABN AMRO zelf,al dan nietmiddels tussenkomst van Equens, vooruitlopend op het slagen van de incasso,althans op voorschotbasis,(telkens) reeds op één van voornoemde ABN AMRO rekening(en)werd gestort: en/of
(telkens) bedragen, in elk geval enig bedragdie werden ontvangen op de ABN AMRO bankrekening(en) direct, althansbinnen vijf dagen door te storten naar een bankrekening van verdachteen/of zijn mededader(s) en/of naar een bankrekening van(een)aan verdachteen/of zijn mededader(s)gelieerde rechtsperso(o)n(en) en/of natuurlijke perso(o)n(en); en/of
in deze periode van vijf (werk)dagen een nieuwe incasso te laten plaatsvinden zodat de door de ABN AMRO bank geactiveerde stornering van het eerder op voorschotbasis betaalde bedrag mogelijk werd gemaakt; en/of
bovengenoemde handelingen vermeld onder i en j,dagelijks, althans (zeer)regelmatig in een bepaald patroon,te herhalen, waardoor de kans zo klein mogelijk gehouden werd dat de ABN AMRO bank feitelijke aanwezigheid van een debetsaldo kon ontdekken;
niet aangekruist dat verdachte de beschikking/het beheer had over het inkomen en/ofvermogen binnen de SPF (Stichting Particulier Fonds) [naam fonds 1], althans geen kruisje gezet bij vraag 39a (D-0200 en onderdeel 47 van document D-0227) van de aangifte Inkomstenbelasting over het jaar 2007en/of
geen melding gemaakt van hetregulierevoordeel uit aanmerkelijk belang, zoals staat vermeld bij vraag 20(D-0200 en onderdeel 28 van D-0227)dat verdachte heeft verkregen door de opbrengst van de verkoop van de bij de SPF [naam fonds 1] in bezit zijnde aandelen van [bedrijf 3] en/of[bedrijf 4]
baten niet heeft verantwoord en/ofenig goed aan de boedel heeft onttrokken;
niet voldaan heeft aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 3:15i lid 1 Burgerlijk Wetboek, het bewaren en tevoorschijn brengen van boeken, bescheiden en gegevensdragers in dat artikel bedoeld,
niet voldaan heeft aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel(en)2:10 lid 1 Burgerlijk Wetboeken/of 3:15i lid 1 Burgerlijk Wetboek, het bewaren entevoorschijn brengen van boeken, bescheiden en gegevensdragers in dat/dieartikel(en)bedoeld,
om de complete door de curator gevraagde administratie te overleggen, althans de jaarrekening(en) over het/de ja(a)r(en) 2010 en/of 2011 (D-0632)en/of
om de grootboekkaarten, balansen, bankafschriften en/ofjaarafrekeningen van de diverse ondernemingen binnen [bedrijf 5] te overleggen en/of
informatie over de aandelenoverdacht van [bedrijf 5] vlak voor faillissement te overleggen.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
daadwerkelijkmoeten zijn benadeeld in hun verhaalsmogelijkheden.
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
- een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier jaar en negen maanden;
- een ontzetting uit het recht tot uitoefening van het beroep van statutair directeur voor de duur van negen jaar en negen maanden.
Vordering van de benadeelde partij ABN AMRO Bank
- 3 inlossingen van € 62.500,00 op de vordering : € 187.500,00
- een betaling van een pachter aan ABN AMRO : € 25.000,00
- opbrengst verkoop twee panden : € 375.000,00
€ 7.019.544,79
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
nietstrafbaar en ontslaat de verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging.
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) jaren en 9 (negen) maanden.
9 (negen) jaren en 9 (negen) maanden.
Vordering van de benadeelde partij ABN AMRO Bank
€ 7.019.544,79 (zevenmiljoennegentienduizendvijfhonderdvierenveertig euro en negenenzeventig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.