Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in het principaal hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
- een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken (verder: de zorgregeling) ten aanzien van [het kind] vastgesteld;
- het door de man aan de vrouw te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding (verder: de kinderalimentatie) van [het kind] op nihil bepaald;
- aan de vrouw gedurende zes maanden na inschrijving van de echtscheidingsbeschikking het voortgezet gebruik van de echtelijke woning toegekend, mits zij op het moment van inschrijving nog in de woning woont;
- de verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap vastgesteld (verder: de verdeling) en in dat kader de aan de man toekomende vorderingen jegens de gemeenschap bepaald;
- de beschikking ten aanzien de zorgregeling, de kinderalimentatie en de verdeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard;
- het meer of anders verzochte afgewezen.
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
zomervakantiein de oneven jaren de tweede, de vijfde en zesde week bij de moeder en de eerste, derde en vierde week bij de vader, in de oneven jaren is hij de tweede, de vijfde en zesde week bij de vader en de eerste, de derde en vierde week bij de moeder;
herfstvakantiein de oneven jaren bij de moeder en in de even jaren bij de vader;
kerstvakantieloopt de zorgregeling op de normale wijze door met uitzondering van de bijzondere dagen tijdens deze vakantie zoals hieronder gespecificeerd;
kerstdagentot en met 2021 op 25 en 26 december bij de moeder en vanaf 2022 op deze dagen in de oneven jaren, tot en met 2021 op 23 en 24 december bij de vader in de oneven jaren en vanaf 2022 op de dagen in de even jaren;
oudjaarin de oneven jaren bij de moeder en in de even jaren bij de moeder;
voorjaarsvakantiein de oneven jaren bij de moeder en in de even jaren bij de vader;
meivakantiein de oneven jaren de eerste week bij de moeder en de tweede week bij de vader en in de even jaren de eerste week bij de vader en de tweede week bij de moeder en voor het geval [het kind] maar één week meivakantie heeft in de even jaren bij de moeder en de oneven jaren bij de vader.
goede vrijdagin de even jaren bij de moeder en in de oneven jaren bij de vader;
pasenin de even jaren bij de moeder en in de oneven jaren bij de vader;
hemelvaartdagin de oneven jaren bij de moeder en in de even jaren bij de vader;
pinksterenin de even jaren bij de moeder en in de oneven jaren bij de vader;
koningsdagin de oneven jaren bij de moeder en in de even jaren bij de vader;
bevrijdingsdagin de even jaren bij de moeder en in de oneven jaren bij de vader;
sinterklaasin de oneven jaren bij de moeder en in de even jaren bij de vader,
‘darlehen von papa’.Op 7 mei 2012 is op die rekening € 50.000,- bijgeschreven met omschrijving
‘zum hauskauf’en op 28 mei 2012 is nog eens € 50.000,- bijgeschreven met omschrijving
‘zum hauskauf’.Uit die bankafschriften blijkt verder dat naar de notaris op 26 april 2012 van die rekening een bedrag van € 22.700,- is overgemaakt met omschrijving ‘
waarborgsom: [adres 1] te [woonplaats] ’en op 29 mei 2012 een bedrag van € 110.417,79. Deze bedragen stemmen overeen met die welke zijn opgenomen in de nota van afrekening van het notariskantoor, welke nota van afrekening is gevoegd bij de processtukken uit de eerste aanleg. Op 20 december 2012 is een notariële akte van schenking getekend, waarbij de man en zijn ouders partij waren en waarin onder meer het navolgende staat:
Het doel van deze akte is het opnemen in een notariële akte van dat wat eerder onder voorwaarden via bankoverboeking en op grond van mondelinge afspraak is geschonken, en voor zover nodig het vaststellen en bekrachtigen van hetgeen onder voorwaarden is geschonken.’
De begiftigde heeft verklaard deze bedragen voor een totaal van éénhonderdveertigduizend euro (€ 140.000,00) te hebben ontvangen waarvoor de begiftigde de schenkers kwijting heeft verleend.’
De schenkingsovereenkomst is mondeling aangegaan onder de volgende bepalingen, welke bepalingen in deze akte worden bekrachtigd:
zal niet vallen in een huwelijksvermogensrechtlelijke gemeenschap die ontstaat door of tijdens een huwelijk of een geregistreerd partnerschap;
6.De slotsom
7.De beslissing
zomervakantiein de oneven jaren de tweede, de vijfde en zesde week bij de moeder en de eerste, derde en vierde week bij de vader, in de oneven jaren is hij de tweede, de vijfde en zesde week bij de vader den de eerste, de derde en vierde week bij de moeder;
herfstvakantiein de oneven jaren bij de moeder en in de even jaren bij de vader;
kerstvakantieloopt de zorgregeling op de normale wijze door met uitzondering van de bijzondere dagen tijdens deze vakantie zoals hieronder gespecificeerd
kerstdagentot en met 2021 op 25 en 26 december bij de moeder en vanaf 2022 op deze dagen in de oneven jaren, tot en met 2021 op 23 en 24 december bij de vader in de oneven jaren en vanaf 2022 op de dagen in de even jaren;
oudjaarin de oneven jaren bij de moeder en in de even jaren bij de moeder;
voorjaarsvakantiein de oneven jaren bij de moeder en in de even jaren bij de vader;
meivakantiein de oneven jaren de eerste week bij de moeder en de tweede week bij de vader en in de even jaren de eerste week bij de vader en de tweede week bij de moeder en voor het geval [het kind] maar één week meivakantie heeft in de even jaren bij de moeder en de oneven jaren bij de vader.
goede vrijdagin de even jaren bij de moeder en in de oneven jaren bij de vader;
pasenin de even jaren bij de moeder en in de oneven jaren bij de vader;
hemelvaartdagin de oneven jaren bij de moeder en in de even jaren bij de vader;
pinksterenin de even jaren bij de moeder en in de oneven jaren bij de vader;
koningsdagin de oneven jaren bij de moeder en in de even jaren bij de vader;
bevrijdingsdagin de even jaren bij de moeder en in de oneven jaren bij de vader;
sinterklaasin de oneven jaren bij de moeder en in de even jaren bij de vader,
dus tot uiterlijk 2 januari 2020, schriftelijk uit te laten omtrent de door het hof voorgestelde deskundige voor de taxatie van de gitaren en over de door het hof voorgestelde deskundige voor de taxatie van de woning, als overwogen onder 5.12 en 5.22;