In deze zaak gaat het om een hoger beroep van SNS Bank N.V. tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De zaak betreft de onmiddellijke opzegging van een hypothecaire lening door SNS Bank aan [geïntimeerde], die betrokken was bij criminele activiteiten, waaronder de opslag van wapens en drugs in de woning die als onderpand diende voor de lening. De rechtbank had in eerste aanleg geoordeeld dat de opzegging onterecht was, maar SNS Bank stelde dat de opzegging gerechtvaardigd was op basis van de algemene voorwaarden van de lening, die het mogelijk maken om de lening op te eisen bij handelen in strijd met de wet. Het hof oordeelde dat de criminele activiteiten van [geïntimeerde] een directe bedreiging vormden voor de belangen van SNS Bank en dat de opzegging van de lening niet in strijd was met de redelijkheid en billijkheid. Het hof vernietigde de eerdere uitspraak en wees de vorderingen van [geïntimeerde] af. Tevens werd [geïntimeerde] veroordeeld tot terugbetaling van een bedrag aan SNS Bank en in de proceskosten.