Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z]
heffingsambtenaarvan het
Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (hierna: de heffingsambtenaar)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Stichting [X] tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 14 november 2017, waarin de waarde van een onroerende zaak, een kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang, werd vastgesteld door de heffingsambtenaar van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente. De heffingsambtenaar had de waarde per 1 januari 2015 vastgesteld op € 1.936.000. De rechtbank verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond, waarna belanghebbende in hoger beroep ging. Tijdens de zitting op 18 juli 2018 in Arnhem werd de gemachtigde van belanghebbende gehoord, evenals de vertegenwoordiger van de heffingsambtenaar.
Het geschil draait om de vraag of de heffingsambtenaar de waarde van de onroerende zaak te hoog heeft vastgesteld. Belanghebbende stelt dat de waarde € 880.000 zou moeten zijn en vraagt om vernietiging van de eerdere uitspraken. De heffingsambtenaar daarentegen verdedigt de vastgestelde waarde. Het Hof oordeelt dat de waarde moet worden bepaald op basis van de gecorrigeerde vervangingswaarde, waarbij de heffingsambtenaar de bewijslast heeft om de waarde aannemelijk te maken.
Het Hof concludeert dat belanghebbende niet voldoende heeft aangetoond dat er sprake is van economische veroudering van de onroerende zaak. De bezettingsgraad van het kinderdagverblijf is niet voldoende onderbouwd, en de taxatiewijzer kan niet als leidraad worden gevolgd in dit specifieke geval. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.