ECLI:NL:GHARL:2018:6824
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Sekeris
- Terhell
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beslissing kantonrechter inzake proceskostenvergoeding en niet-ontvankelijkheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam van 19 april 2018, waarbij het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond werd verklaard en het verzoek om een proceskostenvergoeding werd afgewezen. De betrokkene, vertegenwoordigd door een gemachtigde van [C] Juridisch Advies, heeft hoger beroep ingesteld. De advocaat-generaal heeft in een brief van 13 juni 2018 laten weten dat de inleidende beschikking wordt ingetrokken, wat betekent dat de betrokkene zijn doel heeft bereikt: de vernietiging van de beschikking.
Het hof heeft geoordeeld dat, nu de advocaat-generaal de inleidende beschikking heeft ingetrokken, de betrokkene geen belang meer heeft bij een uitspraak op het hoger beroep. Daarom werd het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. Daarnaast heeft de gemachtigde van de betrokkene verzocht om vergoeding van kosten voor rechtsbijstand. Het hof heeft vastgesteld dat de gemaakte proceshandelingen in aanmerking komen voor vergoeding, maar heeft de toegekende punten voor het telefonisch horen gehalveerd op basis van de matigingsbevoegdheid in het Besluit proceskosten bestuursrecht.
Uiteindelijk heeft het hof de advocaat-generaal veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene tot een totaalbedrag van € 876,75. Dit bedrag is berekend op basis van de toegekende punten en de wegingsfactor die het hof heeft toegepast, rekening houdend met de aard van de zaak. De beslissing is genomen door mr. Sekeris, in tegenwoordigheid van Terhell als griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting.