Uitspraak
[appellante],
aanvragers,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
11 juni 2018. Verder zijn nadere stukken van de curator ontvangen op 11 juni 2018 en op 12 juni 2018.
3.De beoordeling
.Daarnaast geldt dat de uitoefening van de bevoegdheid om het faillissement van een debiteur te verzoeken misbruik van bevoegdheid in de zin van art. 3:13 BW kan opleveren. Een bevoegdheid kan volgens artikel 3:13 lid 2 BW onder meer worden misbruikt door haar uit te oefenen met geen ander doel dan een ander te schaden of met een ander doel dan waarvoor zij is verleend of in geval men, in aanmerking nemende de onevenredigheid tussen het belang bij de uitoefening en het belang dat daardoor wordt geschaad, naar redelijkheid niet tot die uitoefening had kunnen komen.