Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Utrecht(hierna: de Inspecteur)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, die de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2012 heeft bevestigd. De Inspecteur had een aanslag opgelegd op basis van een belastbaar inkomen van € 77.862, waarbij ook belastingrente van € 2.297 was berekend. Belanghebbende betwistte de aanslag, met name de correctie van de inkomsten uit een hennepkwekerij die door de politie was aangetroffen in zijn woningen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waarna belanghebbende in hoger beroep ging.
Het Hof heeft vastgesteld dat belanghebbende in de gemeentelijke basisadministratie stond ingeschreven op twee adressen en dat hij in loondienst was bij een BV. De politie vond hennepdrogerij en een hennepkwekerij in de woningen van belanghebbende, wat leidde tot een strafrechtelijke procedure. Belanghebbende werd vrijgesproken van het kweken van hennep, maar de Inspecteur rekende de vermeende inkomsten uit de hennepkwekerij tot het belastbaar inkomen. Het Hof oordeelde dat de belastingrechter niet gebonden is aan de feitenvaststelling door de strafrechter, maar dat het vermoeden van onschuld ook in belastingprocedures geldt. Het Hof concludeerde dat de Inspecteur niet voldoende bewijs had geleverd voor de inkomsten uit de hennepkwekerij en dat de correctie van de aanslag niet gerechtvaardigd was. De aanslag werd verminderd tot een belastbaar inkomen van € 26.221, en de beschikking belastingrente werd dienovereenkomstig aangepast.