Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
W.A. Beheer,
Rabobank,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De beoordeling van de grieven en de vordering
"normale uitoefening van het bedrijf van de debiteur", zoals dat in de akte van borgtocht van 7 januari 2010 is geformuleerd. Rabobank heeft deze stelling aangemerkt als een nieuw verweer en heeft het standpunt ingenomen dat een goede procesorde zich ertegen verzet dat dit nieuwe verweer nog wordt toegelaten.
grieven 2, 3, 4 en 5(voor zover het betreft de randnummers 52 tot en met 54) lenen zich voor gezamenlijke behandeling. W.A. Beheer komt daarin op tegen het oordeel van de rechtbank dat van schending van een zorgplicht door Rabobank geen sprake is en voert daartoe het volgende aan.
grieven 6 en 7lenen zich voor gezamenlijke behandeling. In die grieven komt W.A. Beheer op tegen het oordeel van de rechtbank dat het verweer van W.A. Beheer
- Verpanding aandelen Recopy, voor wat betreft de vrijgave van de borg.
Gisterochtend hebben wij van [Z] het verzoek ontvangen om medewerking te
eerdere verzoeken"en op 5 juli 2013 laat hij weten: "
Sinds lange tijd zijn wij in onderhandeling met Rabobank inzake vrijgave bankborgtochten van uittredende aandeelhouders van Recopy BV".Kortom: op basis van dit berichtenverkeer kan wel worden geconcludeerd dat er is onderhandeld, maar niet dat, zoals gesteld door W.A. Beheer, (uiteindelijk) een overeenkomst is bereikt, noch in 2012 noch in 2013.
Het was een mondelinge afspraak eind juni 2012")bevat een aanwijzing in die richting. W.A. Beheer beroept zich daarnaast op het mailbericht van 11 december 2012 van [A] van Rabobank aan [Z] van de [X groep] . Op W.A. Beheer rust de bewijslast van dit bevrijdende verweer.
grieven 1 en 5 (overigens)komt W.A. Beheer op tegen het oordeel van de rechtbank dat toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van Rabobank tussen partijen is overeengekomen. Bij deze grieven heeft W.A. Beheer geen belang, omdat hiervoor ook reeds zonder uit te gaan van een dergelijke toepasselijkheid, is geoordeeld dat de verweren van W.A. Beheer niet slagen. Ook deze grieven slagen dus niet.
6.De slotsom
12.739,-