Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
nummer 200.157.787tussen
nummer 200.162.620tussen
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van twee aannemers, [appellante 1] en [appellante 2], voor schade aan een infiltratieleiding tijdens heiwerkzaamheden. Eneco Wind B.V. heeft beide aannemers aansprakelijk gesteld voor de schade die is ontstaan doordat een heipaal de leiding heeft doorboord. De rechtbank heeft de vorderingen van Eneco Wind toegewezen, waarop beide aannemers in hoger beroep zijn gegaan. Het hof heeft vastgesteld dat [appellante 1] als hoofdaannemer niet heeft voldaan aan zijn onderzoeksplicht en onvoldoende heeft geverifieerd of er leidingen aanwezig waren. Het hof oordeelt dat [appellante 1] niet zonder meer mocht afgaan op de informatie van de gemeente en dat er een KLIC-melding had moeten worden gedaan. De vordering van Allianz, die als tussenkomende partij optreedt, om het door haar aan Eneco Wind betaalde bedrag terug te vorderen, wordt ook behandeld. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank voor zover het [appellante 1] betreft, maar bevestigt de proceskostenveroordeling. Voor [appellante 2] oordeelt het hof dat deze niet onrechtmatig heeft gehandeld, omdat zij mocht afgaan op de informatie van de hoofdaannemer en de gemeente. Het hof wijst de vorderingen van Eneco Wind tegen [appellante 2] af.