2.4.Belanghebbende en [A] hebben op 26 maart 2012 hun daarop betrekking hebbende overeenkomst schriftelijk vastgelegd. De achtergrond van de vastlegging was dat [A] ter financiering van een woonhuis een geldlening wilde aangaan bij een bank en deze bank de vastlegging van de arbeidsverhouding verlangde. Deze schriftelijke vastlegging luidt onder meer als volgt:
“Artikel 1
1. [A] is benoemd tot bedrijfsadviseur van B.V., zulks voor onbepaalde tijd.
2. [A] zal zorgdragen voor de bedrijfsbegeleiding van de franchisenemers van B.V. en in het algemeen voor de uitvoering van alle werkzaamheden noodzakelijk voor het bovenstaande, al welke activiteiten, ook naar omvang, verder voldoende aan partijen bekend zijn en waarvan zij derhalve geen nadere omschrijving behoeven.
1. [A] is verplicht, zowel tijdens de duur van de overeenkomst als nadat deze tot een einde is gekomen, geheimhouding te betrachten jegens een ieder met betrekking tot alle, op welke wijze dan ook ter kennis van [A] gekomen bijzonderheden omtrent bedrijfsaangelegenheden, in de ruimste zin des woords, van B.V., waarvan redelijkerwijs begrepen kan worden dat openbaarmaking B.V. kan schaden in zijn belangen.
2. Alle bedrijfsgegevens, correspondentie, aantekeningen, instructies, handleidingen of andere bescheiden, die [A] in verband met de voor B.V. te verrichten diensten in haar bezit heeft, zullen door [A] bij het einde van deze overeenkomst - ongevraagd - dadelijk aan B.V. ter hand worden gesteld.
Artikel 4
1. Voor de bereidheid en beschikbaarheid en – met name – voor het verrichten van alle zich voordoende activiteiten en diensten als vermeld in artikel 1, is [A] met ingang van 1 januari 2012 gerechtigd aan B.V. een nota uit te reiken van, op jaarbasis, minimaal € 40.000, excl. BTW.
2. B.V. zal voorts per maand de door [A] in het belang van de vennootschap gemaakte kosten vergoeden op basis van de door [A] ingediende gespecificeerde declaraties en bescheiden.
3. [A] zal over de te factureren vergoedingen BTW in rekening brengen.
Artikel 5
1. [A] garandeert dat hij zich gedurende 230 werkdagen per jaar (…) beschikbaar zal houden teneinde de uit deze overeenkomst voortvloeiende activiteiten te verrichten.
(…)
Artikel 8
[A] staat er voor in dat hij alle verplichtingen welke krachtens de belasting en sociale verzekeringswetten op hem rusten steeds stipt en volledig zal nakomen en vrijwaart B.V. ten aanzien van eventuele aanspraken dienaangaande.”