Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
9 oktober 2015 (ECLI:NL:HR:2015:3018) heeft de Hoge Raad deze vraag bevestigend beantwoord. Uit dit arrest blijkt dat de collectieve vordering tevens de bevoegdheid van echtgenoten tot het uitbrengen van een buitengerechtelijke verklaring tot vernietiging heeft gestuit. In de memorie van grieven, ingediend nadat het hiervoor genoemde arrest werd gewezen, is Dexia op dit punt niet ingegaan. Op grond van het voorgaande neemt het hof dan ook aan dat de verjaring van de vernietigingsbevoegdheid tijdig is gestuit, ook indien de echtgenote van het begin af aan op de hoogte is geweest van de overeenkomst. Dat brengt mee dat de echtgenote met haar brief van 25 juli 2005 tijdig de effectenleaseovereenkomst van april 2001 heeft vernietigd.