Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
ontvangervan de
Belastingdienst/Kantoor Oost-Brabant(hierna: de Ontvanger)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van de belanghebbende als bestuurder van [A] B.V. voor onbetaalde belastingaanslagen na het faillissement van de vennootschap. De belanghebbende was aansprakelijk gesteld voor een bedrag van € 374.683, dat betrekking had op loonbelasting en omzetbelasting over de periode van 8 september 2008 tot en met 30 november 2008. De rechtbank had de aansprakelijkheid verminderd tot € 297.608, maar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch had deze verder verlaagd tot € 218.333. De Hoge Raad heeft het geding terugverwezen naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor verdere behandeling. De belanghebbende stelde dat hij niet aansprakelijk was voor de onbetaald gebleven belasting, terwijl de ontvanger van de Belastingdienst betoogde dat hij onbehoorlijk bestuur had gepleegd door andere crediteuren voorrang te geven boven de belastingdienst. Het Hof oordeelde dat de belanghebbende, door de bedrijfsvoering voort te zetten en andere schuldeisers te betalen, had bewerkstelligd dat de belastingschulden onbetaald bleven. Het Hof concludeerde dat de belanghebbende een ernstig verwijt kon worden gemaakt en dat de aansprakelijkstelling terecht was. De aansprakelijkheid werd verminderd tot € 266.958, en de kosten van de procedure werden toegewezen aan de ontvanger.