Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
mr. I. Appel, naar voren is gebracht.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 05 september 2015 te [plaats 1] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om opzettelijk en met voorbedachten rade [benadeelde 1] en/of een of meer andere zich in en/of voor en/of in de directe nabijheid van café [naam café] bevindende perso(o)n(en) van het leven te beroven, met dat opzet en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg,
- met een auto naar/langs cafe [naam café] is/zijn gereden en/of
- (vervolgens) (deels) uit de auto is gestapt en/of
- (vervolgens)(meermalen) met een automatisch machinegeweer op/in de richting van die [benadeelde 1] en/of een of meer andere zich in en/of voor en/of in de directe nabijheid van café [naam café] bevindende perso(o)n(en) heeft geschoten,
hij op of omstreeks 05 september 2015 te [plaats 1] , althans in het arrondissement Midden-Nederland , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om al dan niet met voorbedachten rade aan [benadeelde 1] en/of een of meer andere zich in en/of voor en/of in de directe nabijheid van café [naam café] bevindende perso(o)n(en) opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet, en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg
- met een auto naar/langs café [naam café] is/zijn gereden en/of
- (vervolgens) (deels) uit de auto is gestapt en/of
- (meermalen) met een automatisch machinegeweer op/in de richting van die [benadeelde 1] en/of een of meer andere zich in en/of voor en/of in de directe nabijheid van café [naam café] bevindende perso(o)n(en) heeft geschoten,
hij op of omstreeks 05 september 2015 te [plaats 1] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [benadeelde 1] en/of een of meer andere zich in en/of voor en/of in de directe nabijheid van café [naam café] bevindende perso(o)n(en) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers is en/of zijn en/of heeft en/of hebben verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk dreigend:
- met een auto naar/langs café [naam café] gereden en/of
- (vervolgens) (deels) uit de auto gestapt en/of
- (meermalen) met een automatisch machinegeweer op/in de richting van die [benadeelde 1] en/of een of meer andere zich in en/of voor en/of in de directe nabijheid van café [naam café] bevindende perso(o)n(en) geschoten;
hij op of omstreeks 5 september 2015 te [plaats 1] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en) althans alleen opzettelijk en wederrechtelijk een (etalage)ruit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 2] en/of [bedrijf] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, door toen aldaar opzettelijk en wederrechtelijk met een (automatisch) vuurwapen meermalen, althans eenmaal, op die ruit te schieten;
hij op of omstreeks 05 september 2015 te [plaats 1] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, een of meer wapens van categorie II onder 2, te weten een pistoolmitrailleur, van het merk CZ, model 61, type Scorpion, kaliber 7,65mm en/of (bijbehorende) munitie, te weten 56 scherpe patronen, van categorie III voorhanden heeft gehad;
hij op of omstreeks 5 november 2015 te [plaats 2] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, opzettelijk aanwezig heeft gehad (in totaal) ongeveer 513 gram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne zijnde cocaïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op of omstreeks 5 november 2015 te [plaats 2] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 3,7 kilo, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op of omstreeks 5 november 2015 te [plaats 2] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, een of meer (doorgeladen) wapens van categorie III onder 1 en/of II onder 5, te weten
- een pistool van het merk CZ, model 75 b, kaliber 9mm Luger en/of
- een pistool van het merk PS, model 97S, kaliber 9mm Para en/of
- een gas- en/of alarmpistool van het merk Ekol, model Volga, kaliber 9mm P.A.K. omgebouwd/gewijzigd naar een scherpschietend vuurwapen, kaliber 6,35mm en/of
- een stroomstootwapen in de vorm van een pistool, een zogenaamde taser, merk/model Phazzer Enforcer en/of
- een gas- en/of alarmpistool van het merk Ekol, model Volga, kaliber 9mm P.A.K omgebouwd/gewijzigd naar een scherpschietend vuurwapen, kaliber 6,35 mm en/of (bijbehorende) munitie, te weten 44 scherpe patronen, van categorie III
hij op of omstreeks 5 november 2015 te [plaats 2] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, een voorwerp, te weten een geldbedrag van (ongeveer) 74.500 euro, heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf.
de feiten 1 primair en 2de navolgende bewijsmiddelen uit het vonnis over, voor zover – met betrekking tot deze feiten – inhoudende:
Ten aanzien van het onder 1 en 2 ten laste gelegde
– zakelijk weergegeven – neer op het volgende:
- de verklaring van medeverdachte [medeverdachte] en in ieder geval diens herkenning van verdachte is onvoldoende betrouwbaar om voor het bewijs te mogen worden gebruikt, temeer nu de verdediging niet de kans heeft gehad om [medeverdachte] , met name ten aanzien van de vermeende herkenning, te horen;
- de meervoudige fotoconfrontatie waarbij [benadeelde 1] verdachte heeft herkend als de schutter is onbetrouwbaar verlopen omdat tussen het daaromtrent opgemaakte proces-verbaal door de confrontatieleider en de aan het dossier toegevoegde en aan de raadsman verstrekte fotoselectie verschil zit. De herkenning door [benadeelde 1] kan om die reden niet voor het bewijs worden gebruikt;
- het met verdachte matchende DNA dat is aangetroffen op een doosje met munitie dat achterin de Mercedes lag is niet dwingend dader-gerelateerd. Verdachte heeft in het verleden vuurwapens en munitie tot zijn beschikking gehad, en niet kan worden uitgesloten dat daarbij bloed van verdachte op een munitiedoosje terecht is gekomen. Daar komt bij dat een munitiedoosje een gemakkelijk verplaatsbaar object is. Hetzelfde geldt voor een petje waarop een DNA-mengspoor is aangetroffen dat deels met verdachte matcht. Deze sporen, het munitiedoosje en het petje, mogen daarom niet voor het bewijs worden gebezigd;
- er is onvoldoende wettig en overtuigend bewijs om vast te stellen dat er gericht op het café is geschoten. De plek waar uiteindelijk de afgevuurde kogels terecht zijn gekomen is de sterkste indicatie dat niet daadwerkelijk gericht op het café is geschoten;
- niet vastgesteld kan worden dat door de schutter is gehandeld met voorbedachte raad, nu niet vastgesteld kan worden dat iets zou zijn geroepen in de trant van “Ik maak jullie kapot”, terwijl de overweging van de rechtbank hierover ruimte laat voor een handelen uit een ogenblikkelijke gemoedsopwelling.
De rechtbank is van oordeel dat uit voorgaande bewijsmiddelen volgt dat verdachte de
Opzet
de feiten 4, 5 en 6overweegt het hof dat, nu verdachte deze feiten ook op de terechtzitting in hoger beroep heeft bekend en geen vrijspraak is bepleit ten aanzien van deze zaken, kan worden volstaan met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte op de terechtzitting van 1 en 2 november 2018;
- een proces-verbaal van aantreffen goederen in de woning aan de [adres] te [plaats 2] ;
het onder 7 tenlastegelegdeneemt het hof de navolgende bewijsmiddelen en de bewijsoverweging uit het vonnis over, voor zover inhoudende:
Ten aanzien van het onder 7 ten laste gelegde
Bewijsmiddelen
Bewijsoverweging
Bewezenverklaring
hij op 5 september 2015 te [plaats 1] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk en met voorbedachten rade [benadeelde 1] en/of een of meer andere zich in café [naam café] bevindende perso(o)n(en) van het leven te beroven, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg,
- met een auto naar/langs café [naam café] is gereden en
- vervolgens (deels) uit de auto is gestapt en
- vervolgens meermalen met een met scherpe munitie geladen pistoolmitrailleur op/in de richting van die [benadeelde 1] en/of een of meer andere zich in café [naam café] bevindende perso(o)n(en) meerdere kogels heeft geschoten,
hij op 5 september 2015 te [plaats 1] , een wapen van categorie II onder 2, te weten een pistoolmitrailleur, van het merk CZ, model 61, type Scorpion, kaliber 7,65mm en bijbehorende munitie, te weten 56 scherpe patronen, van categorie III voorhanden heeft gehad;
hij op 5 november 2015 te [plaats 2] , opzettelijk aanwezig heeft gehad in totaal 513 gram cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
hij op 5 november 2015 te [plaats 2] , opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 3,7 kilo hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
hij op 5 november 2015 te [plaats 2] , (doorgeladen) wapens van categorie III onder 1 en II onder 5, te weten
- een pistool van het merk CZ, model 75 b, kaliber 9mm Luger en
- een pistool van het merk PS, model 97S, kaliber 9mm Para en
- een gas- en/of alarmpistool van het merk Ekol, model Volga, kaliber 9mm P.A.K. omgebouwd/gewijzigd naar een scherpschietend vuurwapen, kaliber 6,35mm en
- een stroomstootwapen in de vorm van een pistool, een zogenaamde taser, merk/model Phazzer Enforcer en
- een gas- en/of alarmpistool van het merk Ekol, model Volga, kaliber 9mm P.A.K omgebouwd/gewijzigd naar een scherpschietend vuurwapen, kaliber 6,35 mm en bijbehorende munitie, te weten 44 scherpe patronen, van categorie III
hij op 5 november 2015 te [plaats 2] , een voorwerp, te weten een geldbedrag van ongeveer 74.500 euro, voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk
- onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
overijssel d.d. 6 februari 2018 [30] bepleit dat sprake is van een kwalificatie-uitsluitingsgrond, zodat verdachte ten aanzien van dit feit moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Verbeurdverklaring
Onttrekking aan het verkeer
Vordering van de benadeelde partij [bedrijf] ( [benadeelde 2] )
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
10 (tien) jaren.
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen (op de beslaglijst onder 19 vermeld), te weten:
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
€ 1.021,40 (duizend eenentwintig euro en veertig cent) bestaande uit € 21,40 (eenentwintig euro en veertig cent) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 1.021,40 (duizend eenentwintig euro en veertig cent) bestaande uit € 21,40 (eenentwintig euro en veertig cent) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [bedrijf] ( [benadeelde 2] )
€ 765,00 (zevenhonderdvijfenzestig euro) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 765,00 (zevenhonderdvijfenzestig euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
15 (vijftien) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.