Uitspraak
Grenke,
Cordia Sportsworld,
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
- de memorie van antwoord (met producties).
"(…) bij arrest, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, het vonnis waarvan beroep te vernietigen en opnieuw rechtdoende:
I. [geïntimeerde] te veroordelen tot betaling van € 8.419,61, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente ex artikel 6:119a BW althans art. 6:119 BW over € 7.416,55 vanaf 5 december 2012 tot aan de dag van algehele voldoening, althans een door het gerechtshof in goede justitie te bepalen bedrag;
II. met veroordeling van [geïntimeerde] in de proceskosten van zowel de eerste aanleg als het hoger beroep, tevens in de nakosten."
De feiten
Met
grief Iklaagt Grenke over deze feitenvaststelling, met name over de door de kantonrechter als vaststaand aangenomen gang van zaken rond het aangaan van de leaseovereenkomst. Aangezien Grenke deze gang van zaken slechts bij gebrek aan wetenschap betwist, acht het hof deze betwisting in het licht van de voorliggende stukken onvoldoende gemotiveerd, zodat
grief Ifaalt. Mede op grond van hetgeen overigens is gesteld en niet dan wel onvoldoende gemotiveerd is weersproken, staat het volgende tussen partijen vast.
Basishuurperiode:
"(…)
Artikel 8 Facturering en betaling
(…)
8.7 Indien de Lessee in gebreke of in verzuim is in de (tijdige) nakoming van haar verplichtingen of indien Lessee Lessor ten onrechte in rechte heeft aangesproken of indien de kosten om andere redenen voor rekening van Lessee komen, dan komen alle redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte voor rekening van de Lessee. De buitengerechtelijke kosten worden berekend op basis van de berekeningsmethode volgens Rapport Voorwerk II, en worden begroot op 2 punten van het liquidatietarief, welke kosten conform hetzelfde Rapport Voorwerk gemaximeerd worden tot 15% van de hoofdsom, met een absoluut minimum van € 250,- exclusief BTW. (…)
(…)
"(…) Wij hebben inderdaad wel contact gehad met een aantal van uw collega's maar wij zijn niet de leasemaatschappij. Wij worden ingehuurd door Verzekerd Fit Polis en Meditronics om de afhandeling van de leasecontracten te verzorgen.
3.Het geschil en de beoordeling in eerste aanleg
"(…) bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, gedaagden hoofdelijk en ieder voor het geheel aldus dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen:
"(…) bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
primair:
"Grenke te veroordelen tot ongedaanmaking dan wel opheffing van de door haar ten laste van Cordia Sportsworld bij het BKR gedane registratie, zulks op straffe van het verbeuren van een dwangsom van € 1.000,00 per dag, althans gedeelte van een dag, dat Grenke na betekening van het ten deze te wijzen vonnis in gebreke blijft ter zake aan dat vonnis te voldoen."
4.De beoordeling van de (overige) grieven en de vordering in hoger beroep
Hetgeen Grenke heeft aangevoerd ter bestrijding van het oordeel van de kantonrechter dat tussen [B] en [geïntimeerde] een rechtsgeldige franchiseovereenkomst - de overeenkomst met de titel "Franchiseovereenkomst Verzekerd Fit Polis" - is gesloten, en dat [B] het toegezegde bedrag van € 150,- nooit heeft voldaan, is in het licht van de met bescheiden onderbouwde stellingen van [geïntimeerde] , onvoldoende onderbouwd met feiten of omstandigheden.
Kern van het geschil
grieven IV t/m VIIIgericht.
De lease van een cardioscan door [geïntimeerde] was gekoppeld aan de deelname door [geïntimeerde] aan het bodycheck-concept van Verzekerd Fit Polis, vastgelegd in de franchiseovereenkomst. Verzekerd Fit Polis heeft Meditronics ingeschakeld voor de levering van de bodyscan. Meditronics beschikte over aanvraagformulieren voor een leaseovereenkomst met Grenke en heeft - via Verzekerd Fit Polis ( [B] ) - een vooraf ingevuld leasecontract aan [geïntimeerde] ter hand gesteld. [geïntimeerde] heeft het leasecontract ondertekend en heeft dit via Verzekerd Fit Polis ( [B] ) - aan Meditronics doen toekomen. Er is in die fase nooit rechtstreeks contact geweest tussen [geïntimeerde] enerzijds en Meditronics en/of Grenke anderzijds. Ter uitvoering van de aldus tot stand gekomen leaseovereenkomst heeft Grenke de aan [geïntimeerde] te verhuren cardioscan gekocht van Meditronics. Verzekerd Fit Polis was krachtens de franchiseovereenkomst jegens [geïntimeerde] verplicht tot maandelijkse vergoeding aan [geïntimeerde] van een bedrag dat overeenkwam met de leaseprijs.
grieven IV t/m VIIIslagen derhalve. Bij een (afzonderlijke) bespreking van
grieven III en IXheeft Grenke geen belang.
- zijn wil is niet gericht geweest op een leaseovereenkomst met Grenke die los zou staan van de franchiseovereenkomst met Verzekerd Fit Polis;
-de franchiseovereenkomst is gesloten onder invloed van dwaling en/of bedrog, zodat de leaseovereenkomst vanwege de hiervoor bedoelde samenhang ook vernietigbaar is;
- de leaseovereenkomst is gesloten onder invloed van dwaling, bestaande uit - door Verzekerd Fit Polis althans [B] opgewekte - onjuiste verwachtingen omtrent het succes van het bodycheck-concept, alsmede omtrent het feit dat [geïntimeerde] uiteindelijk eigenaar zou worden van de cardioscan en dat de lease van de cardioscan [geïntimeerde] per saldo niets zou kosten,
- de leaseovereenkomst dient te worden ontbonden vanwege het niet behoorlijk functioneren van de cardioscan.
Grenke heeft deze verweren in eerste aanleg gemotiveerd bestreden.
Voor het antwoord op de vraag of omzetbelasting verschuldigd is over een ontvangen schadevergoeding, is bepalend of de schadevergoeding moet worden aangemerkt als de vergoeding voor een door de ontvangende partij verrichte prestatie. De vergoeding die Grenke heeft ontvangen is gebaseerd op artikel 18.2 van de algemene voorwaarden (zie hiervoor onder 2.9), dat bepaalt dat zij na gebruikmaking van haar recht op ontbinding recht heeft op betaling van de over de totale leasetijd nog uitstaande leasetermijnen. Anders dan Grenke betoogt, maakt het feit dat zij de overeenkomst heeft ontbonden en daarmee 'vrijwillig' afstand heeft gedaan van het wettelijk recht nakoming van de overeenkomst te eisen, naar het oordeel van het hof nog niet dat de door haar gevorderde schadevergoeding dient te worden beschouwd als betrekkelijk tot een door haar verrichte dienst waarvoor zij een (belaste) (ontbindings)vergoeding ontvangt (vergelijk HvJ EU 18 juli 2007, C-277/05, ECLI:EU:C:2007:440). Het hof zal de door Grenke gevorderde post omzetbelasting ad € 1.082,49 dan ook afwijzen.
Het hof zal de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW toewijzen over € 6.232,83 vanaf de gevorderde datum(5 december 2012) tot aan de dag der algehele voldoening.
De slotsom
Voor het overige zal het hof het bestreden vonnis in de hoofdzaak bekrachtigen. Aangezien de kantonrechter in conventie [geïntimeerde] reeds heeft veroordeeld tot afgifte van de cardioscan op straffe van verbeurte van een dwangsom, kan dit onderdeel van het dictum in stand blijven. In het kader van de ongedaanmaking van de overeenkomst voor zover de daaruit voortvloeiende verbintenissen reeds zijn nagekomen (artikel 6:271 BW), heeft de kantonrechter overwogen dat Grenke recht heeft op een vergoeding voor het gebruik door [geïntimeerde] van de cardioscan, welke vergoeding de kantonrechter gelijk heeft gesteld aan de reeds door [geïntimeerde] betaalde leasetermijnen ad in totaal € 3.682,04 inclusief btw, met afwijzing van de reconventionele vordering van [geïntimeerde] tot terugbetaling van dit bedrag. Aangezien [geïntimeerde] hiertegen geen incidentele grief heeft opgeworpen, kan het dictum ook in zoverre in stand te blijven. Nu Grenke geen (afzonderlijke) grief heeft opgeworpen tegen de toewijzing door de kantonrechter van de door [geïntimeerde] gevorderde doorhaling van de BKR-registratie, kan het vonnis ook op dit punt bekrachtigd worden.