Uitspraak
[appellant],
1.Pharma Slovakia C.V.,
Pharma Slovakia,
Mei Beheer,
Pharma c.s.,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
Van de winst wordt allereerst aan de beherend vennoot een bedrag uitgekeerd overeenkomend met vijftien
1.
Alle geschillen die ter zake van deze overeenkomst van de vennootschap of van nadere daarmee in verband
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De eis in hoger beroep
6.De beoordeling van de grieven en de vordering
Niemand kan tegen zijn wil worden afgehouden van de rechter die de wet hem toekent") in beginsel restrictief dient te worden uitgelegd. Tegen die achtergrond herhaalt [appellant] zijn standpunt in eerste aanleg dat partijen het “
er roerend over eens zijn” dat [appellant] recht heeft op de door hem gevorderde uitkeringen. In plaats van over te gaan tot uitbetaling van de verschuldigde uitkeringen, stellen Pharma c.s. (in hun buiten rechte gevoerd verweer) uit geheel andere hoofde dan uit de overeenkomst van de vennootschap of van nadere daarmee in verband staande overeenkomsten een tegenvordering te hebben op [appellant] en doen zij ter zake een beroep op verrekening. Het geschil in de hoofdzaak gaat aldus niet over de winstuitkering, doch over de al dan niet correctheid van de tegenvordering die niet voortvloeit uit de overeenkomst (de CV-akte) of een daarmee samenhangende overeenkomst. De rechtbank heeft zich dan ook ten onrechte niet bevoegd acht van het geschil kennis te nemen, aldus [appellant] .
In deze afdeling wordt verstaan onder:
16 Volgens die definities is een „consument” iedere natuurlijke persoon die bij onder die richtlijn vallende overeenkomsten handelt voor doeleinden die buiten zijn bedrijfs‑ of beroepsactiviteit vallen. Voorts is een „verkoper” iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die bij onder richtlijn 93/13 vallende overeenkomsten handelt in het kader van zijn publiekrechtelijke of privaatrechtelijke beroepsactiviteit.
Overwegende dat de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende de bedingen van overeenkomsten tussen de verkoper van goederen of de dienstverrichter enerzijds en de consument anderzijds talrijke verschillen vertonen, zodat de nationale markten voor de verkoop van goederen en het aanbieden van diensten aan consumenten onderling uiteenlopen en verstoringen van de concurrentieverhoudingen tussen de verkopers en de dienstverrichters kunnen ontstaan, met name bij het op de markt brengen in andere Lid-Staten;
met betrekking tot de oprichting en de statuten van vennootschappen"als bedoeld in de considerans. Het enkele feit dat een aantal van de beleggers in de CV bestaat uit rechtspersonen en aldus mogelijkerwijs ten aanzien van hen de overeenkomst niet onder het bereik van de Richtlijn valt, leidt het hof niet tot een ander oordeel.
het indienen van een beroep of het instellen van een rechtsvordering door de consument te beletten of te belemmeren, met name door de consument te verplichten zich uitsluitend tot een niet onder een wettelijke regeling ressorterend scheidsgerecht te wenden".
tegen zijn wilkan worden afgehouden van de rechter die de wet hem toekent. Het grondrecht wordt derhalve niet geschonden indien partijen arbitrage zijn overeengekomen op de in de wet voorziene wijze, hetzij vooraf hetzij nadat een geschil is gerezen (artikel 1020 Rv).
dat voorziet in de beslechting van een geschil door een ander dan hetzij de rechter die volgens de wet bevoegd zou zijn,hetzij een of meer arbiters, tenzij het de wederpartij een termijn gunt van tenminste een maand nadat de gebruiker zich schriftelijk jegens haar op het beding heeft beroepen, om voor beslechting van het geschil door de volgens de wet bevoegde rechter te kiezen” (onderstreping hof).
grief 3klaagt [appellant] over de proceskostenveroordeling in het incident. Deze grief bouwt voort op de overige grieven en deelt daarom het lot daarvan. De grief faalt.