Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende, een inwoner van Nederland die AOW ontvangt en een Italiaans overheidspensioen geniet. De Belastingdienst had aanslagen opgelegd voor de inkomstenbelasting en de inkomensafhankelijke premie zorgverzekeringswet (Zvw) voor het jaar 2011. De inspecteur had de aanslag inkomstenbelasting verminderd, maar de bezwaren tegen de aanslag Zvw ongegrond verklaard. De rechtbank Gelderland verklaarde de beroepen van belanghebbende ongegrond, waarna zij hoger beroep instelde.
Het Hof oordeelt dat de rechtbank ten onrechte het beroep inzake de inkomstenbelasting niet-ontvankelijk had moeten verklaren, omdat het beroep te laat was ingediend. Het Hof stelt vast dat de termijn voor het instellen van beroep was verstreken, maar dat de bekendmaking van de uitspraak op bezwaar niet eerder dan de dagtekening heeft plaatsgevonden. Dit leidt tot de conclusie dat het beroep niet-ontvankelijk is, maar dat de inspecteur de aanslag Zvw terecht heeft opgelegd.
De beoordeling van het geschil richt zich op de vraag of de aanslag inkomensafhankelijke premie Zvw terecht is opgelegd. Het Hof verwijst naar EU-verordening 883/2004, die bepaalt dat de wetgeving van de woonstaat van toepassing is. Belanghebbende kan niet aantonen dat de Italiaanse wetgeving van toepassing is, en het Hof verwerpt haar stellingen over de vergoeding van zorgkosten door Italië. De conclusie is dat de inspecteur de aanslag Zvw terecht heeft opgelegd, en het hoger beroep inzake de inkomstenbelasting wordt gegrond verklaard, omdat de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk had moeten verklaren.